Je kunt de functies van deze onderdelen beschrijven
Slide 4 - Tekstslide
Een volwassen mens heeft ongeveer 6 liter bloed
Dit stroomt allemaal door je bloedvaten
Slide 5 - Tekstslide
Samenstelling bloed
Bloedplasma Bloedcellen: Rode en witte Bloedplaatjes
Slide 6 - Tekstslide
Rode bloedcellen
Zijn kleine ronde schijfjes Miljoenen in een druppel bloed Vervoeren zuurstof Wordt gemaakt in het rode beenmerg (in pijpbeenderen en platte beenderen
Slide 7 - Tekstslide
Witte bloedcellen
Zijn er minder van Witte bloedcellen hebben een celkern Kunnen door wanden van bloedvaten heen
Slide 8 - Tekstslide
Witte bloedcellen
Maken bacterien dood Ze slokken ze op en gaan hierbij vaak ook zelf dood De ziekteverwekkers met witte bloedcellen komen als pus of etter naar buiten
Slide 9 - Tekstslide
Leukemie
Ziekte (vorm van beenmergkanker)
Er worden te veel witte bloedcellen gemaakt en te weinig rode bloedcellen en bloedplaatjes De witte bloedcellen die gemaakt worden, werken niet goed
Gevolg: Infecties
Slide 10 - Tekstslide
Bloedplaatjes
Zorgen voor bloedstolling bij wondjes
Soms bloedstolling in een bloedvat: die raakt verstopt Dit heet trombose
Slide 11 - Tekstslide
Bloedstolling
Slide 12 - Tekstslide
Opdrachten maken!
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de onderdelen van bloed benoemen
Je kunt de functies van deze onderdelen beschrijven
Slide 14 - Tekstslide
Basisstof 2: de bloedsomloop
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt benoemen wat het bloedvatenstelsel is
Je kunt uitleggen wat de dubbele, kleine en grote bloedsomloop zijn en welke weg het bloed hierin aflegt
Slide 16 - Tekstslide
Bloedvaten stelsel
Bestaat uit hart en bloedvaten
Bloedsomloop: het pompen van het hart en stromen van bloed door het lichaam
Slide 17 - Tekstslide
Dubbele bloedsomloop
Kleine bloedsomloop
Grote bloedsomloop
Slide 18 - Tekstslide
Kleine bloedsomloop
Van hart naar longen en terug
Slide 19 - Tekstslide
Grote bloedsomloop
Van hart naar rest van het lichaam en terug
Slide 20 - Tekstslide
Opdrachten maken!
Slide 21 - Tekstslide
Basisstof 3: Bloedvaten
Slide 22 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke bloedvaten je in je lichaam hebt Je kunt uitleggen waar deze bloedvaten voor zijn Je kunt uitleggen waarom er kleppen in je aders zitten Je kunt verschillende aders en slagaders benoemen Je kunt uitleggen wat krans(slag)aders zijn
Slide 23 - Tekstslide
Bloedvaten
Slide 24 - Tekstslide
Slagaders
Stroomt weg van het hart Meestal zuurstofrijk (maar niet altijd) Wanden zijn dik en elastisch Van het hart af, hart pompt het weg, bloeddruk is hoog
Slide 25 - Tekstslide
Haarvaten
Vertakken tot haarvaten Kleine/dunne bloedvaten Zo dun dat vocht met zuurstof en voedingsstoffen eruit kunnen Afvalstoffen (zoals koolstofdioxide) gaat er uit
Slide 26 - Tekstslide
Aders
Bloed stroomt terug naar het hart Meestal zuurstofarm (maar niet altijd) Bloeddruk is laag Wanden zijn dunner dan slagaders en niet elastisch
Slide 27 - Tekstslide
Kleppen
Slide 28 - Tekstslide
Namen bloedvaten
Slide 29 - Tekstslide
Krans(slag) aders
Slide 30 - Tekstslide
Opdrachten maken!
Slide 31 - Tekstslide
Basisstof 4: Het hart
Slide 32 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de onderdelen van het hart benoemen
Je kunt de weg van het bloed door het hart benoemen
Je kunt uitleggen wat hartkleppen en kleppen zijn
Slide 33 - Tekstslide
Via de rechterharthelft naar de kleine bloedsomloop: longen
Via de linkerharthelft naar de grote bloedsomloop: de rest van het lichaam
Linkerboezem --> linkerkamer --> aorta --> rest van het lichaam --> holle aders --> rechterboezem
Slide 37 - Tekstslide
(Hart)kleppen
Slide 38 - Tekstslide
Opdrachten maken!
Slide 39 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de onderdelen van het hart benoemen
Je kunt de weg van het bloed door het hart benoemen
Je kunt uitleggen wat hartkleppen en kleppen zijn
Slide 40 - Tekstslide
Basisstof 5: Hart en vaatziekten
Slide 41 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt verschillende hart en vaatziekten benoemen en uitleggen wat er fout gaat
Je kunt oorzaken benoemen van hart en vaatziekten
Slide 42 - Tekstslide
Hoge of lage bloeddruk
Laag: Hoofdpijn, flauwvallen en duiziligheid
Hoog: Merk je niet snel; meer kans op hart en vaatziekten Roken, weinig bewegen, ongezond eten en veel alcohol drinken verhogen je kans op hoge bloeddruk
Slide 43 - Tekstslide
Slagaderverkalking
Slide 44 - Tekstslide
Cholesterol
Belangrijk vet voor opbouw celmembranen
Maar zorgt voor aderverkalking als er teveel van is
Slide 45 - Tekstslide
Hartinfarct (hartaanval)
Slide 46 - Tekstslide
Hersenaandoeningen
Beroerte: Herseninfarct Hersenbloeding
Slide 47 - Tekstslide
Hartritmestoornissen
Hart trekt niet regelmatig samen of een deel trekt niet goed samen
Stress is een grote boosdoener!
Slide 48 - Tekstslide
Oorzaken hart en vaatziekten
Erfelijkheid
Roken, weinig bewegen, ongezond eten en veel alcohol drinken
Slide 49 - Tekstslide
Opdrachten maken!
Slide 50 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt verschillende hart en vaatziekten benoemen en uitleggen wat er fout gaat