Week 9

Welcome

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Proefwerk Unit 1
Woensdag 11 November Les 8
Neem Laptop mee!
Leer alle woorden, zinnen en grammatica van Unit 1 Lesson 2 t/m 5

Basis: Blauwe pagina's Bladzijde 49 t/m 56
Kader: Blauwe pagina's Bladzijde 53 t/m 60

Slide 3 - Tekstslide

planning


  • Herhaling vorige les
  • Trappen van vergelijking
  • Quizvragen
  • Opdrachten

Morgen Kahoot





Slide 4 - Tekstslide

Goals
At the end of this lesson...
  • I know how to use trappen van vergelijking 

Slide 5 - Tekstslide

What did we do / talk about last lesson?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Opdracht 5 Bladzijde 39
 Vertaal deze zinnen naar het Nederlands
a. This artist is creative.
b. This artist is more creative than that artist.
c. This artist is the most creative
d. This artist is as creative as that artist.
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 5 Bladzijde 39
  • a. Deze kunstenaar is creatief.
  • b. Deze kunstenaar is creatiever dan die kunstenaar
  • c. Deze kunstenaar is het creatiefst.
  • d. Deze kunstenaar is net zo creatief als die kunstenaar.

Slide 8 - Tekstslide

Trappen van vergelijking

Slide 9 - Tekstslide

slim - slimmer - slimst

  1. Ik ben slim.
  2. Jij bent slimmer.
  3. En hij is het slimst.

Let op de dubbelzetter!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Michael Jackson was the
___ singer ever .
timer
0:20
A
great
B
greater
C
greatest

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Coffe is hot.
The barbecue is hotter.
The sun is hottest.

Slide 14 - Tekstslide

My sister has a ___ room than I have.
timer
0:20
A
big
B
bigger
C
biggest

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

That group is _____ the other group.
timer
0:20
A
the more serious
B
the most serious
C
more serious than
D
most serious than

Slide 18 - Quizvraag

Uitzonderingen:

  1. good - better - best
  2. bad - worse - worst
  3. far - further - furthest 
  4. little - less - least


Leer deze uit je hoofd!

Slide 19 - Tekstslide

The weather today is even ___
than yesterday.
timer
0:20
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 20 - Quizvraag

My dad is the ___ dad ever!
timer
0:20
A
good
B
goodest
C
better
D
best

Slide 21 - Quizvraag

Homework  
Maak in Itslearning Paragraaf 1.5 
Basis:
Opdracht 6: gebruik trappen van vergelijking. 
Opdracht 7:  Maak zelf vergelijkingen met je klasgenoten.

Kader: 
Opdracht 7 + 8: Gebruik de trappen van vergelijking.
Opdracht 9: Schrijf drie passende woorden per categorie op.

Slide 22 - Tekstslide