Deel 7b, blok 4, week 4 Basistoets
Een kwart is hetzelfde als.... ?
A
1/4
B
2/4
C
3/4
D
1/2
1 / 23
Onderdelen in deze les
Een kwart is hetzelfde als.... ?
A
1/4
B
2/4
C
3/4
D
1/2
Slide 1 - Quizvraag
Een driekwart is hetzelfde als.... ?
A
1/4
B
2/4
C
3/4
D
1/2
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welk kommagetal hoort bij 1/4?
Slide 5 - Open vraag
Welk kommagetal hoort bij 1/8?
Slide 6 - Open vraag
30%.
Welke breuk en welk kommagetal hoort hierbij?
Welke breuk en welk kommagetal hoort hierbij?
A
0,25 en 1/4
B
0,20 en 1/5
C
0,7 en 7/10
D
0,3 en 3/10
Slide 7 - Quizvraag
4/5 deel is hoeveel procent?
A
20%
B
40%
C
60%
D
80%
Slide 8 - Quizvraag
7/10 = .... %
Slide 9 - Open vraag
Welk kommagetal en welk percentage hoort bij 1/3
Slide 10 - Open vraag
Welk breuk en welk kommagetal hoort bij 60%
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Bij een onderzoek over boordbeleg zeggen 6 op de 10 mensen dat ze geen pindakaas lusten.
Hoeveel procent lust geen pindakaas?
Hoeveel procent lust geen pindakaas?
Slide 15 - Open vraag
6,2 miljoen euro, wat zou dat precies kunnen zijn?
A
6 134 932
B
6 252 043
C
6 269 238
D
6 168 023
Slide 16 - Quizvraag
Mijn grasveld heeft een lengte van 7 meter en een breedte van 5 meter. Wat is de oppervlakte?
Slide 17 - Open vraag
Mijn grasveld heeft een oppervlakte van 42 m². De lengte is 7 meter. Wat is de breedte?
Slide 18 - Open vraag
In mijn emmer zit 7,45 l water. Ik heb 0,85 l water gemorst. Hoeveel liter zit er nog in de emmer?
A
6,6
B
1,25
C
5,7
D
3,6
Slide 19 - Quizvraag
In mijn emmer zit 15,05 l water. Ik heb 1,05 l water gemorst. Hoeveel liter zit er nog in de emmer?
Slide 20 - Open vraag
Ik heb 43,95 kg groenten. Daarvan geef ik 50% weg. Hoeveel kg groenten heb ik ongeveer over?
A
20 kg
B
25 kg
C
24 kg
D
22 kg
Slide 21 - Quizvraag
Ik heb 11,95 kg groenten. Daarvan geef ik 25% weg. Hoeveel kg groenten heb ik ongeveer over?
A
3 kg
B
6 kg
C
9 kg
D
12 kg
