Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
blz. 170-171
Voordat we beginnen:
Welkom 3BD
Kijken en luisteren,
spreken en gesprekken
Hoofdstuk 5
timer
2:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Open je boek op blz. 170-171.
Log alvast in op LessonUp (de code staat linksonder in beeld).
blz. 170-171
Voordat we beginnen:
Welkom 3BD
Kijken en luisteren,
spreken en gesprekken
Hoofdstuk 5
timer
2:00
Slide 1 - Tekstslide
Waar werken in deze les naartoe?
Je kunt naar een debat kijken en luisteren.
Je kunt in een debat stellingen, meningen en argumenten herkennen.
Je weet hoe je actief deelneemt aan een debat.
Slide 2 - Tekstslide
Deze week:
Werken aan kijken en luisteren H5 en spreken en gesprekken H5: Een debat voeren.
Volgende week:
Debat uitwerken en uitvoeren.
De planning
Slide 3 - Tekstslide
Deze les 45 minuten
5 minuten
10 minuten
10 minuten
15 minuten
5 minuten
Uitleg over het debat.
Opdracht 3 samen maken (kijken en luisteren).
Uitleg verschillende rollen en opbouw debat.
Oefenen met debatteren.
Gezamenlijk afronden.
Slide 4 - Tekstslide
Wat weet je nog over het debat?
Slide 5 - Woordweb
Een woordenstrijd tussen twee partijen over een bepaalde stelling.
Een debat is een woordenstrijd tussen twee partijen over een stelling. Bijvoorbeeld: – Iedereen die vanaf vandaag zijn rijbewijs haalt, mag alleen een elektrische auto kopen.
De ene partij is voor de stelling en de andere partij is tegen. Beide partijen proberen het publiek of een jury te overtuigen met goede argumenten.
Een debat
Slide 6 - Tekstslide
Zo kijk en luister je naar een debat:
Kijk en luister naar de gespreksleider. Over welke stelling wordt gedebatteerd? Wie zijn de voorstanders en de tegenstanders?
Kijk en luister naar de deelnemers. Wat is hun standpunt (= welke mening verdedigen ze) en welke argumenten gebruiken ze? Reageren ze op de argumenten van hun tegenstanders?
Kijk en luister kritisch. Ben jij het eens met de tegenstanders of met de voorstanders? Bedenk ook waarom je het met hen eens bent.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is volgens jou het doel van een debat?
Slide 8 - Open vraag
Opdracht 3 (blz. 171).
timer
5:00
Slide 9 - Tekstslide
Uitlegfilmpje!
Slide 10 - Tekstslide
Verschillende rollen
In een debat verdedig je een stelling of je valt hem aan. Je hoort dus bij de partij die voor de stelling is of bij de partij die tegen de stelling is. Beide partijen proberen het publiek of een jury te overtuigen met goede argumenten.
Tijdens een debat moeten de partijen elkaar laten uitpraten. Daarom is er een gespreksleider die sprekers de beurt geeft en zorgt dat iedereen zich aan de regels houdt.
Een debat houden
Slide 11 - Tekstslide
Hoe werkt dat?
Maak twee partijen.
Spreek af over welke stelling je gaat debatteren en wie voor en wie tegen de stelling is.
Bedenk argumenten voor of argumenten tegen de stelling.
Probeer je in de andere partij te verplaatsen: met welke argumenten zullen zij komen? Bedenk wat je gaat zeggen om hun argumenten aan te vallen.
Bijvoorbeeld:
– argument tegenpartij: Het kost veel geld om overal op straat camera’s op te hangen.
– jouw reactie: De salariskosten van een politieagent zijn hoger dan de camerakosten en een camera kan 24 uur per dag werken.
Luister goed naar elkaar en reageer op de argumenten van de andere partij.
Een debat houden
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 3, vraag 1 (blz. 173).
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
Wat?
Spreken en gesprekken H5, opdracht 3, vraag 1(blz. 173). Een debat over mediawijsheid.
Hoe?
Op het papier, in tweetallen of zelfstandig.
Hulp
Steek je vinger op als je iets niet begrijpt.
Tijd
10 minuten.
Klaar?
Online boek -> Kijken en luisteren H5 -> extra opdracht.
Maken (huiswerk voor de volgende les)
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Waar werken in deze les naartoe?
Je kunt naar een debat kijken en luisteren.
Je kunt in een debat stellingen, meningen en argumenten herkennen.