In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Uitscheiding
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn uitscheidingsproducten?
Afvalstoffen vanuit het lichaam;
Het spijsverteringsorgaan (maag/darmen)
De blaas
De huid
De baarmoeder
De longen
Slide 2 - Tekstslide
Welke aandachtspunten zijn van belang in de zorg?
Hygiëne
Welbevinden van de zorgvrager
Observeren van de uitscheidingsproducten en afwijkingen signaleren
Zorgbehoefte inschatten
Uitscheidingspatroon observeren
Taken verpleegkundige
Zorg bij uitscheiding aan verschillende doelgroepen.
Slide 3 - Tekstslide
Je werkbegeleider vraagt naar aandachtspunten in je beroepshouding bij de toiletgang.
Slide 4 - Open vraag
Je werkbegeleider vraagt naar aandachtspunten in je beroepshouding bij de toiletgang.
Aandacht voor schaamtegevoelens
Respect bij incontinentie
Zorg voor voldoende privacy ( Leg een handdoek over de onderbuik terwijl iemand op de po zit)
Zorg voor een goede houding op het toilet of po
Zorg voor de benodigde materialen en de bereikbaarheid ervan
Benader de zorgvrager rustig en handel overzichtelijk
Moedig zelfzorgactiviteiten aan
Overhandig de zorgvrager altijd het waarschuwingssein
Slide 5 - Tekstslide
Ondersteuning bij toiletgang
Zelfstandigheidsproblemen te signaleren
Hulpmiddelen aanbieden ter ondersteuning bij het het (po, postoel, urinaal, urineschuitje, soms alleen celstofmatje)
Zo nodig, de zelfzorg gedeeltelijk of helemaal overnemen
Lichamelijke verzorging geven na defecteren en urineren
Wanneer urineren niet lukt, kan het soms helpen door de kraan te laten lopen op de achtergrond.
Slide 6 - Tekstslide
Mevrouw Bakker
Je leest samen met je begeleider het zorgdossier van mevrouw Bakker. Je leest dat mevrouw een slechte nachtrust heeft gehad. Er was spraken van Nycturie. Ze kwam vaak uit bed om te urineren. Mevrouw is bekend met hartfalen en heeft oedemateuze benen.
Wat is nycturie?
Welke andere afwijkende vormen staan er beschreven?
Slide 7 - Tekstslide
Door bepaalde ziekten, zoals hartfalen of een slechte nierfunctie, gebruik van medicatie kan de hoeveelheid veranderen.
Wat is een normale gemiddelde diurese?
Gemiddelde normale diurese is 1,2 tot 1,5 liter per 24 uur. Gemiddeld 4 a 5 keer per dag.
Slide 8 - Tekstslide
Onderzoek de Latijnse benaming, wat dit betekent en beredeneer in elke situatie dit kan optreden.
Oligurie
Anurie
Polyurie
Nycturie
Oligurie: Urineproductie minder dan 500ml/24 uur
--> bijvoorbeeld door nierfalen
Anurie: Urineprodcutie minder an 50ml/24 uur ---> bijvoorbeeld door dehydratie
Polyurie: is de urineproductie > dan 2 liter per 24 uur --> bijvoorbeeldbij gebruik van
Nyturie: de urineproductie in de nacht is groter. --> bijvoorbeeld door een overactieve blaas.
Slide 9 - Tekstslide
Meneer Demir
In het volgende zorgdossier gaat het over meneer Demir. Meneer is slecht ter been en is vaak onrustig. Hij belt vaak omdat hij moet plassen. Het blijkt dat hij heel vaak moet plassen maar dat het om kleine hoeveelheden gaat.
Wat is hier bijzonder? Welke andere bijzonderheden kun je vinden die kunnen optreden bij urinelozing of mictie?
Slide 10 - Tekstslide
Overige mogelijke bijzonderheden bij urineren/mictie?
Moeilijk kunnen plassen of uitplassen
Pijn bij het plassen (strangurie)
Problemen bij de continentie
Afwijkingen in kleur
Slide 11 - Tekstslide
Afwijkingen in kleur
Wat is normaal, wat kun je observeren en wat veroorzaakt de afwijking?
Normale urine is lichtgeel/strogeel van kleur.
Slide 12 - Tekstslide
Afwijkingen in kleur
Helder en lichtgekleurd: als de concentratie van de urine laag is bij een hoge productie .
Donkergeel: bij een kleine urineproductie waarbij de concentratie hoog is
Donkerbruin met schuim/mahoniehoutkleurige urine: duidt op een hoog gehalte aan galkleurstof (bilirubine, geelzucht)
Rode kleur of roodbruinvleesnatkleurig; duidt op bloed in de urine = hematurie (door blaasontsteking, nierstenen, trauma nieren)
Rode verkleuring door eten, bijvoorbeeld bietjes
Witachtig, troebel; wanneer zich veel witte bloedcellen of kristallen in de urine bevinden
Verkleuring door medicatie; bijvoorbeeld Nitrofurantoïne (Furabid) kan een een donkerdere kleur geven aan de urine.
Slide 13 - Tekstslide
Mevrouw Bakker & Meneer Demir
Mevrouw Bakker heeft last van functionele incontinentie ter gevolg van het gebruik van Diuretica (= plasmedicijnen).
Dhr. Demir heeft last van overloopincontinentie van urine.
Verklaar deze vormen van incontinentie en onderzoek welke andere vormen er beschreven staan.
Slide 14 - Tekstslide
Vormen van urine incontinentie
Werk de volgende vormen uit;
Overloopincontinentie/druppelincontinentie:
Stressincontinentie (inspanningsincontinentie):
Urge-incontinentie/aandrangincontinentie:
Reflexincontinentie:
Functionele incontinentie:
timer
0:10
Slide 15 - Tekstslide
Antwoorden
Overloopincontinentie/druppelincontinentie: Lekken t.g.v. een overvolle en overrekte blaas
Stressincontinentie (inspanningsincontinentie): de meest voorkomende vorm van urine incontinentie ( komt voor bij spanning zoals lachen, tillen en hoesten
Urge-incontinentie/aandrangincontinentie: Hevige aandrang tot plassen. De blaas trekt te vroeg samen, ook als deze nog maar weinig is gevuld (overactieve blaas door neurologische aandoeningen, stress, overmatige gebruik van thee, koffie, alcohol, blaasontsteking)
Reflexincontinentie: bij een normale vulling wordt de blaasinhoud uitgeplast terwijl de zorgvrager hier geen controle over heeft. (bij beschadigingen van het ruggenmerg bijvoorbeeld dwarslaesie, MS)
Functionele incontinentie: verlies van grote hoeveelheden urineverlies een aantal keren per dag tgv immobiliteit, medicijnen die de alertheid verminderen, gebruik van diuretica en dementie.