- pokken- en pestepidemieën 30% van de Romeinen sterft
- Minder mens > minder inkomen uit belasting
- Leger steeds duurder omdat het Romeinse rijk groeit
- Steeds vaker burgeroorlogen tussen generaals (soldaten die hun generaal uitroepen tot keizer)
- Tussen 235-284 meer dan 50 keizers (tot wel vier tegelijkertijd)
- Elke nieuwe keizer kocht mensen om aan de macht te blijven of hele stammen om een andere keizer aan te vallen.
Om de problemen in het Romeinse rijk op te lossen splitst keizer Diocletianus het rijk in tweeën: West- en Oost-Romeinse rijk. (twee hoofdsteden, twee keizers + onder keizer)