Skelet en spieren

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het skelet?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Botverbindingen verbinden twee botten met elkaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk bot zie je op
Afbeelding
nummer
9
A
Bovenarm
B
Dijbeen
C
Borstbeen
D
Opperarmbeen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke manieren zijn botten aan elkaar verbonden?
A
Naden, kraakbeen, gewricht
B
Gewrichten en kraakbeen
C
Naden en kraakbeen
D
Verschillende naden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 6 - Quizvraag

Het skelet bestaat uit ruim 200 botten. Al deze botten zitten aan elkaar vast. Door de manier van verbinden varieert de beweeglijkheid tussen de botten. Bij naadverbindingen en vergroeingen is er tussen de botten geen beweging meer mogelijk. Een verbinding met kraakbeen zorgt ervoor dat de botten onderling een beetje kunnen bewegen. Botten die aan elkaar vast zitten met gewricht kunnen ten opzichte van elkaar heel erg goed bewegen. 
Door het wervelkanaal loopt het ruggemerg?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit hoeveel wervels bestaat de wervelkolom
A
28
B
24
C
32
D
8

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe Hoe heet het onderste gedeelte van de ruggenwervel?
A
Staartbeen
B
Heiligbeen
C
staart
D
Lendewervel

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm heeft de wervelkolom?
A
S-vorm
B
Dubbele e-vorm
C
Dubbele s-vorm
D
E-vorm

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie van de wervelkolom (ruggengraat)
7 halswervels (c1 t/m c7)
12 borstwervels (T1 t/m T12)
5 lendenwervels (L1 t/m L5)
heiligbeen (S1 tm S5)
Staartbeen (drie vergroeide wervels)

Tussen wervels bevinden zich de tussenwervelschijven

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functie van de wervelkolom
Beweging van de romp en de hals
Stevig en stabiel staan.
Bescherming ruggenmerg (Centrale zenuwstelsel)
Tussenschijven zorgen voor flexibiliteit

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

rolgewricht 
scharnier gewricht
kogel gewricht

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Scharniergewricht
A
gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
B
gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
C
gewricht waarbij beweging naar alle kanten mogelijk is
D
gewricht waarbij draaibeweging mogelijk zijn

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht
A
gewricht waarbij beweging alleen heen en terug mogelijk is
B
gewricht waarbij geen beweging mogelijk is
C
gewricht waarbij beweging in alle richtingen mogelijk is
D
gewricht waarbij beweging in 1 richting mogelijk is

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten
  1. Kogelgewricht 
  2. Scharniergewricht 
  3. Rolgewricht 
  4. Zadelgewricht
  5. Eigewricht
  6. Draaigewricht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten spieren zijn er in het lichaam?
A
Gladde, gestreepte, platte spieren.
B
Gladde, skelet, hart spier(en)
C
Skelet, hart, telefoonspier
D
Gladde, gestreepte, dwarsgestreepte spieren

Slide 21 - Quizvraag

Willekeurig = staan onder invloed van je wil (dwarsgestreept)
Onwillekeurig = bijvoorbeeld darmen
Hart = onwillekeurig, maar toch dwarsgestreept

Bouw van 
gewrichten

Botten/ Spieren
Pezen (spier=bot)
Banden (bot=bot)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten spieren
Skeletspieren (willekeurige spieren)

Gladde spieren (onwillekeurige spieren)

Hartspieren (dwarsgestreep

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw skeletspieren
Spiervezel is opgebouwd uit samengesmolten spiercellen. Deze cellen hebben meerdere kernen. Dit zijn dwarsgestreepte cellen.

Slide 24 - Tekstslide

skeletspieren zijn onder invloed van je wil. We kunnen deze zelf laten bewegen door bv. buigen of zitten. 
Skeletspieren (dwarsgespreept)

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten spieren
Skeletspieren

Gladde spieren

Hartspieren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gladde spieren
Enkelvoudige, niet vergroeide cellen. Zit rond inwendige organen zoals darmen, blaas, bloedvaten, baarmoeder. Combinatie van kringspieren en lengtespieren (antagonisten).
Kunnen niet bewust worden aangestuurd. Dit zijn onwillekeurige spieren.
 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gladde spieren

Slide 28 - Tekstslide

Deze zijn glad qua structuur en heten dardoor gladde spieren. 
Hartspieren
Dwarsgestreept spierweefsel met vertakkingen. De hartspier is het enige dwarsgestreepte spierweefsel wat wij onwillekeurig is.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort bij elkaar?
Tonus
Onwillekeurige spier
Antogonisten
Spieren met een tegengestelde werking
Mate van spanning in de spieren
Mijn wil heeft geen invloed op het functioneren van de spier

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Artritis
A
Slijtage van de gewrichten
B
Slijtage van de spieren
C
Spierontsteking
D
Ontsteking van de gewrichten

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen van een heupfractuur zijn?
A
Ene been is langer dan de andere
B
Pijn
C
Voet ligt naar buiten gedraaid
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichtsartrose is?
A
Ontsteking aan de gewrichten
B
Kraakbeenafzetting in de gewrichten
C
Slijtage aan de gewrichten
D
Fractuur in het gewricht

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ander woord voor Osteoporose?
A
Botverkalking
B
Botontkalking
C
Botkalk
D
Botsmeer

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies