Paragraf E Kapitel 1

Herzlich Wilkommen
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

Onderdelen in deze les

Herzlich Wilkommen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziel

  • Je kunt haben en sein vervoegen met behulp van de persoonlijke voornaamwoorden.
  • Je kunt een paar eenvoudige zinnen opschrijven over jezelf of over andere mensen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jetzt zusammen Aufgabe 10 im Buch Seite 18

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan: lesen        
1. Kijk naar de titel, ondertitel en de plaatjes en bedenk:
- Wat is het onderwerp van deze tekst?
- Wat weet ik al van het onderwerp af?

2.Probeer antwoord te krijgen op de volgende W-vragen: Wer, Was, Warum (wie,wat,waarom)

3.Noteer woorden uit de tekst die je nog niet kent. Vertaal deze woorden.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wähle einen Text!
Aufgabe 14

Slide 5 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=kISYP3Fksag 

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Plauderecke C Kapitel 1
Hör dir die 
Plauderecke an 
und 
Lies mit!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent ¨plaudern¨?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie alt  bist du?
Guten Tag
Woher kommst du?
Wie heißt du?
Auf Wiedersehen!
Ich bin 13 Jahre alt.
Hallo!
Ich komme aus Holland.
Ich heiße.....
Tschüss

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonlijk
voornaamwoord?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

persoonlijke voornaamwoorden

ik = ich                                 wij = wir

jij = du                                  jullie = ihr

hij = er                                  zij = sie

zij = sie                                 u = Sie

het = es                                                      Wat valt je op?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de kloppende persoonlijke voornaamwoorden.
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Ik
Jij
Hij
Zij
Het
Wij
Jullie
Zij (mv)

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

haben en sein

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

haben und sein
Hebben
Zijn
Haben
Sein

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wisst ihr es noch? Die Verben haben und sein.  
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

U heeft
A
sie haben
B
Sie haben
C
You haben

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

haben: wir
A
habt
B
habe
C
haben

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

du (haben)
A
hat
B
hast
C
haben

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

haben
A
haben /gehat
B
haben / gehad
C
haben/ gehabt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wir (sein )
A
seien
B
sind
C
sein
D
bist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Du (sein)
A
ist
B
sein
C
bin
D
bist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

zijn
A
sein /geweest
B
sein / gewesen
C
sein/ gewessen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leer nu de werkwoorden 'haben' en 'sein' + voltooid deelwoord


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schreibecke

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Was 
sind deine Hobbys?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Was sind seine Hobbys?
A
langlaufen, paardrijden,zwemmen
B
skiën, reizen, zwemmen
C
voetballen, paardrijden, skiën
D
lauglaufen, tennissen, reizen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Was sind ihre Hobbys?
A
wielrennen, haar vriend,zwemmen
B
wielrennen, reizen, haar vriend
C
reizen, paardrijden, haar kind
D
fietsen, haar kind,reizen

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welche Hobbys haben die beiden Mädchen?(meisjes)

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie siehst du aus? Beschreibe mal deine Haare und Augen? Ich habe .....
timer
1:00

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben:
Dienstag 27/9


Mache 19+20 (Benutze = gebruik Schreibecke E Seite 41)
Mache Paragraf F 21+23 online!!!
Lerne: Grammatik E (haben+sein ) Seite 42 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies