Verleden tijd van werkwoorden

Verleden tijd van werkwoorden
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verleden tijd van werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zet je een werkwoord in de verleden tijd?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de stam van pakken?

Slide 16 - Open vraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van pakken?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de verleden tijd meervoud van pakken?

Slide 18 - Open vraag

Wat is de stam van leggen?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van leggen?

Slide 20 - Open vraag

Wat is de verleden tijd meervoud van leggen?

Slide 21 - Open vraag

Wat is de stam van doden?

Slide 22 - Open vraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van doden?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de verleden tijd meervoud van doden?

Slide 24 - Open vraag

Wat is de stam van leven?

Slide 25 - Open vraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud van leven?

Slide 26 - Open vraag

Wat is de verleden tijd meervoud van leven?

Slide 27 - Open vraag

Wat is de stam van Schudden?

Slide 28 - Open vraag

Vul in schudden.
Ik ..... zijn hand gisteren
A
schudde
B
schudden
C
schudte
D
schudten

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de stam van Antwoorden?

Slide 30 - Open vraag

vul in antwoorden.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
A
antwoordte
B
antwoordde
C
anwoorde
D
antwoordten

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de stam van Voeden?

Slide 32 - Open vraag

vul in voeden.
Wij ..... gisteren de paarden.
A
voedte
B
voedten
C
voedden
D
voedde

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de stam van Landen?

Slide 34 - Open vraag

vul in bloeden.
De wonden ..... heel erg
A
bloedde
B
bloedt
C
bloedden
D
bloedte

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de stam van Landen?

Slide 36 - Open vraag

vul in antwoorden.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
A
landt
B
landden
C
landten
D
landde

Slide 37 - Quizvraag

Onregelmatige werkwoorden

Slide 38 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Beginnen-begon- ik ben begonnen
Drinken-dronk-Ik heb gedronken
Dwingen-dwong-Ik heb gedwongen
Klinken-klonk-Ik heb geklonken
Schrikken-schrok-Ik ben geschrokken

Slide 39 - Tekstslide

Ik ben ..........(schrikken)

Slide 40 - Open vraag

Ik .......(drinken, verleden tijd) mijn cola op.

Slide 41 - Open vraag

Mijn moeder ......(dwingen verleden tijd) mij om mijn eten op te eten.

Slide 42 - Open vraag

Waar woon jij over 10 jaar?

Slide 43 - Woordweb

Read the children's rights.
Welke zijn Echt (real) en welke zijn Nep (fake)?

Slide 44 - Tekstslide