6.2 Voedselrelaties + 6.4 Piramides (+ 6.9 Autotroof en heterotroof)

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

6.2 Voedselrelaties

• Je moet van organismen uit een ecosysteem de voedselrelaties kunnen aangeven.
• Je moet de kringloop van stoffen in een ecosysteem kunnen beschrijven en verschillende groepen organismen erin kunnen aangeven. 

Voedselketen

Planten

Planteneters

Alleseters

Vleeseters

Elke voedselketen heeft een plantensoort als eerste schakel.

Voedselweb

Sleep de juiste organismen op de juiste plek in het voedselweb

Bladluis

Buizerd

Konijn

Lieveheersbeestje

Merel

Planten

De kringloop van stoffen

Planten zijn producenten

- Fotosynthese

- Planten leveren voedsel voor andere organismen

De kringloop van stoffen

Dieren zijn consumenten of afvaleters

- Tweede en volgende schakels van voedselketens.

- Tweede schakel: planteneters (of alleseters)
Consumenten van de eerste orde

- Derde schakel: vleeseters (of alleseters)

Consumenten van de tweede orde

De kringloop van stoffen

De resten die afvaleters achterlaten wordt afgebroken door bacteriën en schimmels: reducenten.

Reducenten maken de kringloop van stoffen in een ecosysteem compleet.

De kringloop van stoffen

Wie zijn de producenten van de voedselkringloop

1. planten
2. dieren
3. schimmels
4. bacteriën

Voedselkringloop.
Hoe heet een organisme wat planten eet in de voedselkringloop?

1. Consument van de eerste orde
2. Consument van de tweede orde
3. Consument van de derde orde
4. Omnivoor

6.4 Piramides

• Je moet kunnen omschrijven wat piramides van aantallen en van biomassa weergeven.

Piramides

Aantallen

Biomassa

Welke piramide is de piramide van biomassa?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Wat kan je aflezen uit een piramide van biomassa?

1. Het gewicht van alle organismen.
2. De hoeveelheid organismen.
3. Het gewicht van alle energierijke stoffen van organismen.
4. De hoeveelheid soorten organismen.

Waarom heeft piramide van biomassa altijd een piramidevorm?

1. Er zijn meer predatoren
2. Er zijn altijd meer producenten
3. Er gaat per schakel energie verloren
4. Er zijn altijd meer consumenten