havo 2 werkwoorden deel 2

Leerdoelenkaart   in MagisterMe   PTO3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelenkaart   in MagisterMe   PTO3

Slide 1 - Tekstslide

a.Ik kan de persoonsvorm tegenwoordige tijd in een samengestelde zin goed spellen.
b.Ik kan de persoonsvorm verleden tijd in een samengestelde zin goed spellen.bij


c. Ik kan bijvoeglijk werkwoord goed spellen.
d. Ik kan het infinitief goed spellen.
e. Ik kan voltooid deelwoord goed spellen.
lesdoel

Slide 2 - Tekstslide

Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.

Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin soms goed spellen.

Slide 3 - Poll

Wat weet je nog?

Bespreek met jouw klasgenoot hoe je het schema moet invullen.
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Een samengestelde zin is een zin met 2 of meer persoonsvormen.


                        Vaak staat tussen de 2 delen een 
komma of een voegwoord (allebei kan ook), maar dat hoeft niet.
Hij leest een boek en zijn broer kijkt televisie. 
 Logeren vind ze leuk maar ze mist haar eigen huis ook. 
Wil je koffie of wil je thee? 
 Ik drink koffie want dat lust ik graag. 
Het is droog dus we kunnen naar buiten gaan. conclusie

Slide 5 - Tekstslide

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd

Vader zegt, dat ik me die vreemde verhalen maar (verbeelden).

Slide 6 - Open vraag

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd

De reiger ving een kikker en (verslinden) hem met huid en haar.

Slide 7 - Open vraag

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd

Ik hoop dat ik je (bijhouden).

Slide 8 - Open vraag

Vul de persoonsvorm verleden tijd

Het was voor de planten goed als je ze met lauw water (besproeien).

Slide 9 - Open vraag

Overheden ............................................ vorig jaar voor een versimpeling van de voorwaarden,
maar dat heeft nog weinig opgeleverd. (pleiten)

Slide 10 - Open vraag

Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.

Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin goed spellen.
Ik kan de persoonsvorm in een samengestelde zin soms goed spellen.

Slide 11 - Poll

Had je nog fouten?  


Leer het stappenplan goed en oefen met NUMO


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

In de voortuin staat de jongen zijn fiets te (poetsen)

Slide 14 - Open vraag

Frans behoort niet tot de (verplichten) vakken op school.

Slide 15 - Open vraag

Die (aanbranden) doperwten zijn niet meer te eten

Slide 16 - Open vraag

Ik kan een werkwoord dat niet de persoonsvorm is goed spellen
- infitinief
-bijvoeglijk werkwoord

Ik weet als het werkwoord niet de persoonsvorm is. Ik herken het infitinitef en bijvoeglijk werkwoord goed.
Ik weet soms niet of een werkwoord geen persoonsvorm is.

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Tekstslide

Mijn vader heeft mijn huiswerk wel drie keer (overhoren).

Slide 19 - Open vraag

Het intelligente meisje had al snel de andere leerlingen (overvleugelen)

Slide 20 - Open vraag

Wij hebben een heel eind ( fietsen)

Slide 21 - Open vraag

Ik kan een werkwoord dat niet de persoonsvorm is goed spellen
- infitinief
-bijvoeglijk werkwoord
voltooid deelwoord

Ik weet als het werkwoord niet de persoonsvorm is. Ik herken het infitinitef en bijvoeglijk werkwoord goed.
Ik weet soms niet of een werkwoord geen persoonsvorm is.

Slide 22 - Poll

Snap je het goed?
Maak het stencil zelfstandig af ( oefening 1,2,5) 
nakijkblad staat op het prikbord van cool
maak numo werkwoordspelling

Wil je nog oefenen?
Doe met mij mee!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je geleerd? 
Hoe heb je het geleerd?
Wat doe je met de stencils?
Wanneer gebruik je het spellen van de werkwoorden buiten school?

Slide 25 - Tekstslide

Vul de persoonsvorm in tegenwoordige tijd

Slide 26 - Open vraag

Vul de persoonsvorm in tegenwoordige tijd

Slide 27 - Open vraag

Ik kan een werkwoord dat niet de persoonsvorm is goed spellen
- infitinief
-bijvoeglijk werkwoord

Ik weet als het werkwoord niet de persoonsvorm is. Ik herken het infitinitef en bijvoeglijk werkwoord goed.
Ik weet soms niet of een werkwoord geen persoonsvorm is.

Slide 28 - Poll

Vul de persoonsvorm in tegenwoordige tijd

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Video