Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
8.12 aanwijzend
1 / 64
volgende
Slide 1:
Tekstslide
NT2
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-6
In deze les zitten
64 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Welke twee woorden kun je gebruiken voor iets dat dichtbij is?
A
Dit
B
Die
C
Dat
D
Deze
Slide 19 - Quizvraag
Welke twee woorden kun je gebruiken voor iets dat ver weg is?
A
Dat
B
Dit
C
Deze
D
Die
Slide 20 - Quizvraag
De kast (hier)
A
deze kast
B
die kast
C
dit kast
D
dat kast
Slide 21 - Quizvraag
... stoel (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 22 - Quizvraag
... afstandsbediening (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 23 - Quizvraag
... keuken (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 24 - Quizvraag
... bank (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 25 - Quizvraag
... huis (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 26 - Quizvraag
... gordijnen (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 27 - Quizvraag
... schuur (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 28 - Quizvraag
... gang (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 29 - Quizvraag
... bed (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 30 - Quizvraag
... schilderij (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 31 - Quizvraag
... vaas (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 32 - Quizvraag
... zolder (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 33 - Quizvraag
... tuin (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 34 - Quizvraag
... verwarming (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 35 - Quizvraag
... kussens (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 36 - Quizvraag
... bureau (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 37 - Quizvraag
... bureaustoel (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 38 - Quizvraag
... magnetron (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 39 - Quizvraag
... aanrecht (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 40 - Quizvraag
... spiegel (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 41 - Quizvraag
... afzuigkap (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 42 - Quizvraag
... gootsteen (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 43 - Quizvraag
... tafels (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 44 - Quizvraag
... toilet (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 45 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?
Ik vind die leerlingen aardig.
A
goed
B
fout
Slide 46 - Quizvraag
... slaapkamer (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 47 - Quizvraag
... lampen (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 48 - Quizvraag
... vaatwasser (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 49 - Quizvraag
... handdoek (ver weg)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 50 - Quizvraag
... fornuis (dichtbij)
A
dit
B
deze
C
die
D
dat
Slide 51 - Quizvraag
het fruit (daar)
A
deze fruit
B
die fruit
C
dit fruit
D
dat fruit
Slide 52 - Quizvraag
de bril (daar)
A
deze bril
B
die bril
C
dit bril
D
dat bril
Slide 53 - Quizvraag
de beker (hier)
A
deze beker
B
die beker
C
dit beker
D
dat beker
Slide 54 - Quizvraag
het glas (hier)
A
deze glas
B
die glas
C
dit glas
D
dat glas
Slide 55 - Quizvraag
de schriften (daar)
A
deze schriften
B
die schriften
C
dit schriften
D
dat schriften
Slide 56 - Quizvraag
de kinderen (hier)
A
deze kinderen
B
die kinderen
C
dit kinderen
D
dat kinderen
Slide 57 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?
Deze tas is zwaar.
A
goed
B
fout
Slide 58 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?
Dit appels vind ik niet lekker.
A
goed
B
fout
Slide 59 - Quizvraag
Is de zin goed of fout?
Die boek is moeilijk.
A
goed
B
fout
Slide 60 - Quizvraag
Vul aan:
Zie je ______ huis daar?
A
deze
B
die
C
dit
D
dat
Slide 61 - Quizvraag
Vul aan:
Weet jij waar mijn schoenen zijn?
Hier staan schoenen. Zoek je _____ ?
A
deze
B
die
C
dit
D
dat
Slide 62 - Quizvraag
Vul aan:
Neem je deze trein of ______ ?
A
deze
B
die
C
dit
D
dat
Slide 63 - Quizvraag
Vul aan:
Is _____ les moeilijker dan die van gisteren?
A
deze
B
die
C
dit
D
dat
Slide 64 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
NLA2P demostrativos
Juli 2021
- Les met
30 slides
NT2
MBO
Studiejaar 1
1.3 aanwijzend
November 2023
- Les met
32 slides
NT2
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1-6
18-11 Lowan thema 6 Het huis dag 4
November 2024
- Les met
45 slides
NT2
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1,2
woordenschat herhaling periode 2 klas 2
Maart 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
ABR5 12.01.24
Januari 2024
- Les met
20 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR6 18.03.2024
Maart 2024
- Les met
23 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
A2 vervolg Hier en daar, die deze dat
8 dagen geleden
- Les met
25 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
A2 vervolg Hier en daar, die deze dat
November 2023
- Les met
25 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2