-Jassen in je kluisje, aan de kapstok of in je tas.
-Mobiel NIET zichtbaar tijdens de les.
-Je doet actief mee tijdens de les.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Terugblik samengestelde zinnen
Werkwoordspelling
Oefenen
Weektaak
Slide 3 - Tekstslide
Samengestelde zinnen
Je kunt...
-Aangeven of een zin enkelvoudig of samengesteld is.
-De persoonsvormen benoemen in een zin.
Slide 4 - Tekstslide
Samengestelde zinnen
De docent geschiedenis is deze week niet op school,
omdat hij met 4T mee naar Limburg is.
Slide 5 - Tekstslide
Persoonsvorm spellen
-Kijk welke tijd je moet gebruiken: tegenwoordige tijd of
verleden tijd
-Kijk of je enkelvoud of meervoud moet gebruiken.
-Vul de juiste vorm van het werkwoord in.
Slide 6 - Tekstslide
pv-tt-ev ik-vorm
De stam van een werkwoord is het werkwoord zonder -en aan het eind. Soms zijn de ik-vorm en de stam hetzelfde, maar vaak moet je de stam aanpassen om de ik-vorm goed te spellen.
Slide 7 - Tekstslide
werkwoord stam ik-vorm
lachen lach lach
lopen lop loop
zweven zwev zweef
reizen reiz reis
Let op bij s-z woorden en f-v woorden.
Slide 8 - Tekstslide
werkwoorden op -d
Veel mensen maken fouten met werkwoorden met stam op -d.
Probleem 1: je hoort een t, maar schrijft een d: ik word
Probleem 2: de d blijft staan, ook als er t achter komt: jij wordt
Bij twijfel, gebruik het werkwoord smurfen.
Slide 9 - Tekstslide
verleden tijd: sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd onregelmatig worden vervoegd. Je krijgt een nieuwe vorm:
bijten - ik beet
kopen - ik kocht
lopen - ik liep
Slide 10 - Tekstslide
verleden tijd: sterke werkwoorden
Bij sterke werkwoorden kun je meestal schrijven wat je hoort. Als de vorm op een t-klank eindigt, kijk dan naar het hele werkwoord om te zien of je een t of een d moet schrijven.
lijden - leed
smijten - smeet
rijden - reed
snuiten - snoot
Slide 11 - Tekstslide
verleden tijd: zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden zijn werkwoorden die in de verleden tijd regelmatig worden vervoegd. Je gebruikt dan:
ik-vorm + te(n) : ik maakte, wij lachten
of
ik-vorm + de(n) : jij hoorde, jullie belden
Slide 12 - Tekstslide
't ex kofschip
Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't ex-kofschip? t, x, k, f, s, ch, p
ja -> schrijf ik-vorm + te(n) : praten -> ik praatte