5.1 les 1

5.1Bondgenoten worden vijanden
5.1 Bondgenoten worden vijanden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

5.1Bondgenoten worden vijanden
5.1 Bondgenoten worden vijanden

Slide 1 - Tekstslide

Bondgenoten
  • Als geallieerden samengewerkt in WO2.
  • Afspraak  conferentie van Jalta: samenwerking voortzetten na de oorlog
  • Oprichting VN
  • verdeling Oostblok viel onder Russische invloedsfeer

Slide 2 - Tekstslide

De Verenigde Naties (VN)
Verenigde Naties opgericht na WO2 om nieuwe oorlogen te voorkomen.
Veiligheidsraad neemt belangrijkste beslissingen.
15 landen waarvan 5 vast met vetorecht
 
 .

Slide 3 - Tekstslide

Macht van de VN
VN kan handelen wanneer een land de veiligheid van andere landen of de eigen bevolking bedreigt. 
De VN kan het land dwingen hiermee te stoppen door::
  1. Resolutie aannemen.
  2. Sancties opleggen
  3. Militair ingrijpen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

  • Westerse landen wilden democratisch bestuur. Sovjet-Unie wilde communistisch bestuur van de bezette gebieden.
  • Stalin beloofde dat er verkiezingen zouden komen in Oost Europese landen die door de SU waren veroverd op Duitsland.


Slide 6 - Tekstslide

Wapenwedloop

Slide 7 - Tekstslide

Verschillen SU en VS

Slide 8 - Tekstslide

maken
lezen 5.1: "Bondgenoten" en "Vijanden"
Maken opgaven 1 t/m 6
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
D
Een oorlog in de winter.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een invloedssfeer?
A
Een leider met veel invloed op het land
B
Gebied waar een land invloed heeft
C
Een leider die zich niet laat beïnvloeden.
D
Gebied waar een land geen invloed heeft

Slide 11 - Quizvraag

Het communisme wil...
A
Een sterke leider, aan wie iedereen gehoorzaam is.
B
Gelijke verdeling van bezit en macht.
C
Democratie
D
De mogelijkheid om winst te maken en rijk te worden

Slide 12 - Quizvraag

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk
B
Zijn er officieel geen verschillen tussen arm en rijk
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers

Slide 13 - Quizvraag

De macht van de VN
Op welke 3 manieren kan de VN ingrijpen?
A
De VN neemt een resolutie ( besluit) Waarmee de daden worden afgekeurd.
B
De VN legt sancties op. ( bijv. handelsverbod)
C
De VN zet een land uit de organisatie.
D
De VN stuurt militairen naar het land. ( vredesoperatie)

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het doel van de VN?
A
Het kapitalisme tegenhouden.
B
Het communisme tegenhouden.
C
De wereldvrede bewaren
D
De 5 grootste landen meer macht geven.

Slide 15 - Quizvraag

Welk land heeft geen permanente zetel in de VN Veiligheidsraad? Welk land heeft dus geen vetorecht?
A
VS
B
Sovjet-Unie/Rusland
C
China
D
Taiwan

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het vetorecht?
A
Het recht om een wetsvoorstel te doen
B
Het recht om te stemmen over een wetsvoorstel
C
Het recht om besluiten tegen te houden

Slide 17 - Quizvraag

Welk land heeft geen vetorecht in de VN?
A
China
B
Duitsland
C
Groot-Brittannie
D
Verenigde Staten

Slide 18 - Quizvraag