SO H2 paragraaf 2, 3, 4, 5 - 2HAVO
1 / 23
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Opgave 1a.
Leg uit wat het volgende begrip betekent:
chemische verwering
Leg uit wat het volgende begrip betekent:
chemische verwering
Slide 2 - Open vraag
Opgave 1b.
Leg uit wat het volgende begrip betekent:
delta
Leg uit wat het volgende begrip betekent:
delta
Slide 3 - Open vraag
Opgave 2a.
"Gletsjers breiden zich uit bij koude winters en warme zomers"
"Gletsjers breiden zich uit bij koude winters en warme zomers"
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Opgave 2b.
"Zand en klei ontstaan dankzij erosie en sedimentatie."
"Zand en klei ontstaan dankzij erosie en sedimentatie."
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Opgave 2c.
"Jonge gebergtes zijn te herkennen aan spitse, hoge toppen."
"Jonge gebergtes zijn te herkennen aan spitse, hoge toppen."
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Opgave 2d.
"Een modderstroom uit de bergen is een voorbeeld van een massabeweging."
"Een modderstroom uit de bergen is een voorbeeld van een massabeweging."
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Opgave 3. Bekijk bron 1.
In welke klimaatgrafiek is de kans op vorstverwering het grootst? Leg je antwoord uit!
In welke klimaatgrafiek is de kans op vorstverwering het grootst? Leg je antwoord uit!
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Opgave 4. Bekijk bron 2.
Noteer welk soort verwering hiervoor verantwoordelijk is.
Noteer welk soort verwering hiervoor verantwoordelijk is.
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Opgave 5. Bekijk bron 3.
Geef aan welk soort riviermonding dit is.
Geef aan welk soort riviermonding dit is.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Opgave 6. Bekijk bron 4.
De rivier de Ebro ontspringt in het Cantabrisch gebergte (Noord-Spanje) en mondt uit in de Middellandse zee.
a. Leg aan de hand van een gegeven uit bron 4 uit, dat de aanwezigheid van een rivier in dit gebied noodzakelijk is voor het bedrijven van landbouw.
De rivier de Ebro ontspringt in het Cantabrisch gebergte (Noord-Spanje) en mondt uit in de Middellandse zee.
a. Leg aan de hand van een gegeven uit bron 4 uit, dat de aanwezigheid van een rivier in dit gebied noodzakelijk is voor het bedrijven van landbouw.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Opgave 6b. Bekijk bron 5.
Typ de letters A en B onder elkaar. Zet erachter welk proces verantwoordelijk is. Kies uit: verwering - erosie - sedimentatie (1 blijft over)
Typ de letters A en B onder elkaar. Zet erachter welk proces verantwoordelijk is. Kies uit: verwering - erosie - sedimentatie (1 blijft over)
Slide 17 - Open vraag
Opgave 6c.
Verklaar de aanwezigheid van het door jou genoemde proces bij A. Gebruik in je antwoord het begrip stroomsnelheid.
Verklaar de aanwezigheid van het door jou genoemde proces bij A. Gebruik in je antwoord het begrip stroomsnelheid.
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Opgave 7a. Bekijk bron 6 en 7.
Uit deze twee kaarten kun je een verband afleiden tussen een bepaald soort plaatbeweging en het voorkomen van een bepaald reliëftype.
a. Geef dit verband.
Uit deze twee kaarten kun je een verband afleiden tussen een bepaald soort plaatbeweging en het voorkomen van een bepaald reliëftype.
a. Geef dit verband.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Opgave 7b. Bekijk bron 9.
De zwarte lijn in bron 9 is de zogenaamde evenwichtslijn. Dit is de grens tussen de aangroei en het afsmelten van een gletsjer.
b. Beredeneer in welke richting de evenwichtslijn zal verschuiven, als de huidige klimaatverandering zich doorzet. Leg je antwoord uit.
De zwarte lijn in bron 9 is de zogenaamde evenwichtslijn. Dit is de grens tussen de aangroei en het afsmelten van een gletsjer.
b. Beredeneer in welke richting de evenwichtslijn zal verschuiven, als de huidige klimaatverandering zich doorzet. Leg je antwoord uit.
