Unidad 5

Unidad 5
¿Dónde están las llaves? 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Unidad 5
¿Dónde están las llaves? 

Slide 1 - Tekstslide

¿Cómo se llama esta habitación/este cuarto de la casa?

Slide 2 - Tekstslide

Vocabulario: ejercicio 3
el fregadero = de gootsteen
el lavabo = de wastafel
la alfombra = het tapijt, vloerkleed
el cuadro = het schilderij
la bañera = de badkuip
el frigorífico = de koelkast

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulario: ejercicio 7
el alojamiento = de accomodatie (verblijfplaats)
alojar = herbergen, verblijven
la rueda = het wiel
viajar, el viaje = reizen, de reis
el espacio, el lugar = de ruimte, de plek
los jóvenes = de jongeren
cultivar = telen, kweken

Slide 4 - Tekstslide

Prueba verbos regulares
1. ik praat
2. wij eten
3. hij woont
4. U praat
5. jullie eten
6. Mijn ouders en ik wonen
7. jij praat
8. Pablo eet
9. zij wonen
10. Pedro en Carmen praten

Slide 5 - Tekstslide

¿Qué hay en el dormitorio?

Slide 6 - Tekstslide

So Unidad 5
Leerstof:
Vocabulario N-S 1 t/m 50 (pág. 107)
Gramática: 
* vervoeging van de regelmatige werkwoorden op -ar, -er en ir
* vervoeging van ser en estar
* verschil tussen ser - estar en hay
*plaatsaanduidingen

Slide 7 - Tekstslide

Mi casa ideal
Mi casa ideal está cerca de la playa en el sur de España.
Es una casa rural no muy grande en un pueblo pequeño. 
En la casa hay tres dormitorios y dos cuartos de baño.
En la cocina hay una mesa grande con 8 sillas.
La casa tiene dos pisos y un jardín grande con muchas plantas y flores y muchos árboles.
También tiene una terraza grande con una chimenea.

Slide 8 - Tekstslide

Verbos (ir)regulares 
1. escribir: Yo .............................. en mi cuaderno.
2. buscar: El perro ........................ el hueso.
3. visitar: Mis padres ....................... Amsterdam.
4. comer: Mis amigos y yo .................... a las siete.

5. ser: Las mesas ...... verdes.
6. estar: ¿Vosotros ................. en el restaurante?

Slide 9 - Tekstslide

Ser o estar
1. Yo .......................... inteligente.
2. Mis compañeros ......................... mis amigos.
3. ¿Dónde ....................... la escuela?
4. Leeuwarden ...................... en el norte de los Países Bajos.
5. Tú .................... una chica guapa.


Slide 10 - Tekstslide

Hay
1. Er staan 4 stoelen en een tafel in de eetkamer.
2. In mijn ideale huis zijn er 4 slaapkamers, een keuken, een hal en een badkamer.

Slide 11 - Tekstslide

Plaatsaanduidingen
De school is (staat) voor het huis.
De pen is (ligt) naast de pen.

Slide 12 - Tekstslide

Comunicación: En casa del abuelo
La merienda:
* een lichte maaltijd rond 16/17u in Zuid-Europa, met name in Spanje, Portugal en Italië, Frankrijk, maar ook in Latijns-Amerika
* tussendoortje

Slide 13 - Tekstslide

En casa del abuelo
  • Regel 2: Wat betekent "esta" in de zin "Mira, esta es nuestra amiga Graciela"?
  • Regel 7: Van welk hele werkwoord komt de vorm "queréis"? En wat betekent deze vorm?
  • Regel 8: enseñar(le) = (haar) laten zien
  • Regel 10: Wat zou een "baúl" kunnen zijn? Kijk goed naar het plaatje.
  • Rechterkolom: subimos -> subir = naar boven gaan

Slide 14 - Tekstslide

ESTAR <-> SER
Je kunt zeggen WAAR iemand is -> ESTAR
Je kunt zeggen HOE iemand/iets eruit ziet -> SER

Slide 15 - Tekstslide

Test jezelf! ¿Eres listo/-a para la prueba?

Ga via SOM naar Compañeros I

Compañeros I LIFO - Huiswerk
Unidad 5
5.1 Vocabulario: alle oefeningen
5.2 Gramática: alle oefeningen

Slide 16 - Tekstslide