Doelgroep les

Doelgroepen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 25 min

Introductie

Na deze les heb je geleerd hoe producenten met een marketingmix in kunnen spelen op de behoeften van hun doelgroep. Je weet wat schaarste is, en je kunt uitleggen welke middelen nodig zijn om in primaire als secundaire behoeften te kunnen voorzien.

Onderdelen in deze les

Doelgroepen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les heb je geleerd hoe producenten met een marketingmix in kunnen spelen op de behoeften van hun doelgroep

Slide 2 - Tekstslide

Er zijn twee soorten behoeften:
  • primaire behoeften (de noodzakelijke behoeften)
  • secundaire behoeften (luxe)

Slide 3 - Tekstslide

Welke is een primaire behoefte?
A
brood
B
smartphone
C
auto
D
vakantie

Slide 4 - Quizvraag

Noem een secundaire behoefte.

Slide 5 - Open vraag

Een groep mensen met dezelfde behoefte kan een potentiële doelgroep zijn

Slide 6 - Tekstslide

Middelen die nodig zijn om behoeften te vervullen:
  • Tijd
  • Geld
  • Bezittingen

Doordat deze middelen beperkt zijn, moet je als consument keuzes maken. Je moet prioriteiten stellen (bepalen wat je belangrijk vindt).

Slide 7 - Tekstslide

Wat is marketing?
Ondernemers proberen zoveel mogelijk winst te maken. Ze zullen daarvoor zo goed mogelijk in moeten spelen op de behoeften van de doelgroep.

Om zo goed mogelijk in te spelen op deze behoeften doen ze marktonderzoek en gebruiken ze marketinginstrumenten.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Wat is een doelgroep?

Slide 11 - Open vraag

Naast een overeenkomst in behoefte, kan een doelgroep nog veel meer overeenkomsten hebben
Een doelgroep beschrijf je aan de hand van segmentatiecriteria

Slide 12 - Tekstslide

De doelgroep jongeren
Relatief veel koopkracht: 
Jongeren hebben nog weinig te maken met vaste lasten en hun ouders betalen veel van de basisbehoeften. Het geld dat ze hebben kunnen ze besteden aan luxe goederen.

Invloed op bestedingen thuis: 
Jongeren zorgen ervoor dat ouders bepaalde goederen en dienten gaan aanschaffen. Door jongeren te beïnvloeden kunnen ze dus ook de ouders bereiken.

Vorming van koopgewoonten: 
Als jongeren gewend zijn om bepaalde producten te kopen blijven ze dat waarschijnlijk hun hele leven doen. Jongeren zijn de consumenten van de toekomst.

Slide 13 - Tekstslide

Waarom zijn jongeren een belangrijke doelgroep?

Slide 14 - Open vraag

Marketinginstrumenten
Voor de marketing hebben ondernemers marketinginstrumenten nodig, dit noem je de marketingmix en deze bestaat uit 6 p's.

De 6 P's staan voor: 
product, prijs, plaats, personeel, presentatie en promotie.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Doelgroep bepaling is dus altijd stap 1!
Daarna stem je het product, de prijs, de verkoopplaats en de promotie af op jouw potentiële klanten (doelgroep)

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 18 - Tekstslide

H&M opent een nieuwe vestiging. Over welk marketinginstrument gaat het hier?
A
product
B
personeel
C
promotie
D
plaats

Slide 19 - Quizvraag

Welke middelen zijn nodig om je behoeften te vervullen?

Slide 20 - Open vraag

Zeeman richt zich op mensen met een laag bestedingsniveau. Om welk segmentatiecriteria gaat het?
A
Geografisch
B
Psychografisch
C
Demografisch
D
Sociaal- Economisch

Slide 21 - Quizvraag

De verpakkingen van kinderkoekjes zijn vaak kleurrijk. Om welk marketinginstrument gaat het?
A
Product
B
Prijs
C
Plaats
D
Promotie

Slide 22 - Quizvraag

Hoe zou je de doelgroep van Deltion voltijd onderwijs omschrijven?

Slide 23 - Open vraag

Sieraden zijn een voorbeeld van
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte

Slide 24 - Quizvraag

Zowel mannen als vrouwen zijn geïnteresseerd in sieraden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Sieraden zijn altijd goedkoop
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Sieraden verkoop je alleen in de randstad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Sieraden zijn voor mensen die van zich interesseren in mode
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Einde van de les
Vragen? 

Slide 29 - Tekstslide

extra uitleg

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video