Wanneer gebruik je de IMPARFAIT?
Je gebruikt de imparfait om te vertellen hoe iets was of om te vertellen over gewoontes uit het verleden.
Gewoonte: Tous les jours, j'allais chez ma grand-mère. (Ik ging)
Beschrijving: Le concert était super. (was)
(Passé composé gebruik je om een gebeurtenis te vertellen:
Quand j'étais jeune, je suis tombé. )