Politics and religion

Politics and religion
Before you start the quiz, first study the following words:

https://quizlet.com/nl/851280698/exam-vocabulary-politics-and-religion-1-flash-cards/?i=1fkbbg&x=1jqt
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Politics and religion
Before you start the quiz, first study the following words:

https://quizlet.com/nl/851280698/exam-vocabulary-politics-and-religion-1-flash-cards/?i=1fkbbg&x=1jqt

Slide 1 - Tekstslide

Politics and religion
Now take the following quiz:

Remember you  have 10 seconds to answer.

Slide 2 - Tekstslide

1. Napoleon was sent into (ballingschap) on the island of Elba.
A
bigotry
B
exile
C
monastery
D
prohibition

Slide 3 - Quizvraag

2. He often faces prejudice and (onverdraagzaamheid) because of his religion.
A
bigotry
B
sacrilege
C
atonement
D
alliance

Slide 4 - Quizvraag

3. There is a pay (geschil) between the unions and the government.
A
prohibition
B
expenditure
C
dispute
D
alliance

Slide 5 - Quizvraag

4. The Labour minister was criticized by his Conservative (tegenstander).
A
adversary
B
representative
C
deity
D
constituency

Slide 6 - Quizvraag

5. In the past the (geestelijkheid) refused to accept science.
A
deity
B
pagans
C
clergy
D
legislation

Slide 7 - Quizvraag

6. The country will go to the (stembus) on November 22nd.
A
House of Lords
B
House of Commons
C
constituency
D
polls

Slide 8 - Quizvraag

7. The priest urged his listeners to (berouw, spijt hebben).
A
persecute
B
baptize
C
repent
D
suppress

Slide 9 - Quizvraag

8. Does the Bible contain a(n) (voorspelling) of the end of the world?
A
sermon
B
prophecy
C
Apocalypse
D
relic

Slide 10 - Quizvraag

9. Government (uitgaven) has risen by 8%.
A
turnout
B
expenditure
C
dispute
D
constitution

Slide 11 - Quizvraag

10. We all have (burger) rights and (burger) duties.
A
divine
B
pagan
C
representative
D
civil

Slide 12 - Quizvraag

11. How many monks live in that (klooster)?
A
constituency
B
exile
C
monastery
D
alliance

Slide 13 - Quizvraag

12. Rejecting a person begging for protection used to count as (heiligschennis).
A
sacrilege
B
secular
C
bigotry
D
salvation

Slide 14 - Quizvraag

Politics and religion
Some more words:

https://quizlet.com/nl/851284090/exam-vocabulary-politics-and-religion-2-flash-cards/?i=1fkbbg&x=1jqt

Slide 15 - Tekstslide

1. India has agreed to sign the peace (verdrag).

Slide 16 - Open vraag

2. Long ago, kings (heersten) without a parliament.

Slide 17 - Open vraag

3. The Bible and the Koran are (heilige) books.

Slide 18 - Open vraag

4. It is difficult to predict the (uitslag) of the elections.

Slide 19 - Open vraag

5. The people fought against their (onderdrukkers).

Slide 20 - Open vraag

6. Many nations have imposed (strafmaatregelen) on that country.

Slide 21 - Open vraag

Politics and religion
Now read the following texts:
H11: Consultants 2022-I:11
                                 H10: Four-day working week 2022-I:10
                                 I9: £36k therapy igloos … for young offenders 2022-II:9
                                 F7: What Entrepreneurs can learn … 2022-III:7
Read + learn page 69 tm 108 

Slide 22 - Tekstslide

Politics and religion

H11: Consultants 2022-I:11 (p.214)
                            


Slide 23 - Tekstslide

1. Which of the following titles fits the message given by George Mechem?
A
History repeats itself
B
Knowledge is power
C
Time is money
D
You are never too old to learn

Slide 24 - Quizvraag

Politics and religion

                                 H10: Four-day working week 2022-I:10
                                                      (pp. 213-214)
                                 

Slide 25 - Tekstslide

“an improvement in staff productivity” (alinea 1)
1. In welke zin verderop in de tekst wordt bovenstaand voordeel nog eens genoemd?
Citeer de eerste twee woorden van deze zin.

Slide 26 - Open vraag

   H10: Four-day working week 2022-I:10
                            Vijf van de onderstaande zes woorden 
(a tot en met f) zijn weggelaten uit de tekst 
(zie 40-1, 40-2, 40-3, 40-4 en 40-5).
2.  Geef bij elke plaats aan welk woord daar hoort.
Noteer de letter van het woord achter elk nummer op het antwoordblad.
Let op: er blijft een woord over.
                                 

Slide 27 - Tekstslide

40-1
A
A
B
B
C
D
D
F

Slide 28 - Quizvraag

40-2
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 29 - Quizvraag

40-3
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 30 - Quizvraag

40-4
A
A
B
B
C
E
D
F

Slide 31 - Quizvraag

40-5
A
A
B
B
C
E
D
F

Slide 32 - Quizvraag

Politics and religion

 I9: £36k therapy igloos … for young offenders 2022-II:9
(pp.243-244)
                                

Slide 33 - Tekstslide

1. How are therapy igloos described in paragraph 1?
A
as a fitting solution to the problem of lack of safe spaces in prisons
B
as comfortable places that are designed for undisturbed conversation
C
as devices specially adapted to the needs of hardened criminals
D
as superior alternatives for more customary rehabilitation treatments

Slide 34 - Quizvraag

2. Which of the following fits the gap in paragraph 2?
A
are championed by prison staff
B
get the thumbs up from politicians
C
push the wrong buttons for inmates
D
raise eyebrows among critics

Slide 35 - Quizvraag

       I9: £36k therapy igloos … for young offenders
                   
In alinea 2 tot en met 4 komen de volgende (groepen van) personen langs:
1 Tory MP Andrew Rosindell (alinea 2)
2 Some prison workers (alinea 3)
3 A Prison Service spokesman (alinea 4)
3.  Geef van elke persoon/groep van personen aan welke uitspraak het best bij hem of hen past.
Noteer de letter van de uitspraak achter het nummer op het antwoordblad.
Let op: er blijven twee uitspraken over
                                

Slide 36 - Tekstslide

1 Tory MP Andrew Rosindell (alinea 2)

Slide 37 - Open vraag

2 Some prison workers (alinea 3)

Slide 38 - Open vraag

3 A Prison Service spokesman
(alinea 4)

Slide 39 - Open vraag

Politics and religion

F7: What Entrepreneurs can learn … 2022-III:7
(pp.144-146)

Slide 40 - Tekstslide

21 Which of the following fits the gap in paragraph 1?
A
advanced
B
hyped
C
limited
D
underestimated

Slide 41 - Quizvraag

22 What is concluded about leadership in paragraph 2?
A
A different style is required today.
B
A feeble attitude is met with approval nowadays.
C
A flexible approach will breed insecurity.
D
A macho manner will eventually predominate.

Slide 42 - Quizvraag

23 How is Gareth Southgate’s leadership characterised in
paragraph 3?
A
as a bit too naïve and permissive for some
B
as innovative and surprisingly creative
C
as pleasant and favourable for those involved
D
as solid and traditional

Slide 43 - Quizvraag

‘If you build your company on toxic foundations’ (alinea 4)
24 Welke zin verderop in de tekst benoemt wat de concrete gevolgen hiervan kunnen zijn?
Citeer de eerste twee woorden van deze zin.

Slide 44 - Open vraag

25 Which of the following characterises the modern world of business,
according to paragraph 4?

Slide 45 - Open vraag

26 Which of the following headings fits paragraph 6?
A
Be assertive
B
Behave respectfully
C
Promote honesty
D
Reward efficiency

Slide 46 - Quizvraag

      F7: What Entrepreneurs can learn … 2022-III:7
                           27 Geef van de volgende effecten van de management stijl van Southgate aan of deze als mogelijk gevolg worden genoemd in alinea’s 7 en 8.
Noteer ‘wel’ of ‘niet’ achter elk nummer op het antwoordblad.

Slide 47 - Tekstslide

1 Er is een grotere kans dat er verrassende oplossingen worden
aangedragen.
A
WEL
B
NIET

Slide 48 - Quizvraag

2 Er wordt aantoonbaar minder geruzied.
A
WEL
B
NIET

Slide 49 - Quizvraag

3 Men is eerder bereid om fouten toe te geven.

A
WEL
B
NIET

Slide 50 - Quizvraag

4 Men is eerder bereid om hard te werken.

A
WEL
B
NIET

Slide 51 - Quizvraag

‘“nice guys finish last”’ (alinea 9)
28 In welke eerdere alinea wordt voor het eerst duidelijk wat de basis is voor deze uitdrukking?
Noteer het nummer van deze alinea.

Slide 52 - Open vraag