gebruik woordenboek

gebruik woordenboek
1. Waarom is het gebruik van een woordenboek belangrijk?
2. Wat moet je weten om een woord goed op te kunnen zoeken?
3. Wat moet je weten als je een wword gevonden hebt?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

gebruik woordenboek
1. Waarom is het gebruik van een woordenboek belangrijk?
2. Wat moet je weten om een woord goed op te kunnen zoeken?
3. Wat moet je weten als je een wword gevonden hebt?

Slide 1 - Tekstslide

Eerst wat herhaling.

Slide 2 - Tekstslide

Maak les 1 (blz. 9 en 10)
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Had je het goed?
achter                       kind
bomen                      klappen
computer                lopen
iedereen                  rok
jij                                 zomer

Slide 4 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde
  • bruis
  • blaak
  • brand
  • badhuis
  • braaf
  • balk 

Slide 5 - Tekstslide

woordenboekvorm: trefwoorden
. Wat is een woordenboekvorm?
Wat is een trefwoord?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

huizen
hondje
warmst
onaardig

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de woordenboekvorm?
  • vermakelijker
  • onaantrekkelijk
  • fauteuils
  •  dunne

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de woordenboekvorm?
  • geïmpliceerd
  • rijst
  • riepen
  •  stemde
  • verlegd

Slide 10 - Tekstslide

Maak nu les 2

Slide 11 - Tekstslide

herhaling
  • Woorden staan op alfabetische volgorde
  • Zelfde eerste letter? Kijk dan naar de tweede letter.
  • Werkwoordsvormen staan er niet apart in. Je moet deze zoeken op de vorm: wij-vorm tegenwoordige tijd. (hele werkwoord of infinitief)
  • Afgeleide vormen staan er niet in. Je moet zoeken op de eenvoudigste vorm.

Slide 12 - Tekstslide

les 3: verschillende betekenissen
Welke betekenis kies je als er meerdere betekenissen bij een woord staan.
Lees goed de context van het woord, en lees rustig alle betekenissen in het woordenboek door.

Maak de opdrachten op blz. 14

Slide 13 - Tekstslide

Het woord staan meerdere keren in het woordenboek.


Wat doe je?
blz 15 en 16

Slide 14 - Tekstslide

Samengestelde woorden
Onder ieder woord staan samengestelde woorden. Staat het er niet bij? Dan zoek je de woorden apart op.
  • luchtpijp
  • dierenliefhebber
  • koningsnummer
  • draaideurcrimineel 

Slide 15 - Tekstslide

Klaar-opdracht
Pak een schoolboek. Zoek een tekst op waar je nu in de lessen mee bezig bent. 
Highlight 10 woorden die je lastig vindt. Schrijf de woorden op in je woordenschrift en zoek de betekenis op in het woordenboek.

Slide 16 - Tekstslide