In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Woordenschat
- Herhalen woordenschat H1 en H2
- Woordenschat H3
Slide 1 - Tekstslide
Is er sprake van een metafoor, personificatie of een vergelijking? Wat een klier van een vent is die Peter toch!
Slide 2 - Open vraag
Is er sprake van een metafoor, personificatie of een vergelijking? De politiecommissaris, die betrapt was met drank op achter het stuur, trok het boetekleed aan.
Slide 3 - Open vraag
Is er sprake van een metafoor, personificatie of vergelijking? Met zo’n diploma gaan alle deuren voor je open.
Slide 4 - Open vraag
Is er sprake van een vergelijking, metafoor of personificatie? Mijn fietslampje weigerde dienst.
Slide 5 - Open vraag
Is er sprake van een metafoor, vergelijking of personificatie? Ze kreeg een rolberoerte toen ze hoorde dat ze de opdracht met Lars moest doen.
Slide 6 - Open vraag
Is er sprake van een metafoor, vergelijking of personificatie? De nieuwe apps gaan als warme broodjes over de toonbank.
Slide 7 - Open vraag
Woordenschat H1
demonstreren - gangbaar - internationaal - Jan en alleman - kwelling - langdradige
Schrijf in je eigen woorden op wat de bovenstaande woorden betekenen.
Slide 8 - Tekstslide
Woordenschat H1
demonstreren – duidelijk maken
gangbaar – gewoon
internationaal – op de hele wereld
Jan en alleman – iedereen
kwelling – grote last
langdradige – langdurige en saaie
Slide 9 - Tekstslide
Woordenschat H2
ruïneren – sleutelen – snakken naar –
verkassen – wirwar – (de) zeespiegel
Schrijf in je eigen woorden op wat de bovenstaande woorden betekenen.
Slide 10 - Tekstslide
Woordenschat H2
ruïneren – kapot maken
sleutelen – aanpassen
snakken naar – behoefte hebben aan
verkassen – verhuizen
wirwar – doolhof
(de) zeespiegel – hoogte van het zeewater; oppervlakte van de zee