negentiende eeuw inleiding

negentiende eeuw

1800-1900

Begin van de moderne tijd.

Industriële revolutie

Minder handen nodig

Door machines minder handen nodig.

Mensen verhuizen naar de stad, werken in fabrieken niet geheel ongevaarlijk.

Laagste klasse ; arbeiders en boeren.

Middenklasse: de burgers, bourgeoisie oftewel de rijke zakenmannen, fabrieksbazen, bankdirecteuren, artsen en onderwijzers.

Wonen

Magere lonen, arbeiders, slechte voeding, slechte hygiene, gevolg epidemieën.

Middeleeuwse stadsmuren worden gesloopt, arbeiders op elkaar in het centrum, rijke bourgeoisie huizen aan de rand van de stad.

Kunst en cultuur 

Kunstenaars werken voor de bourgeoisie.

L'art pour l'art =

kunst omwille van de kunst

De Parijse salon, werken hiervoor blijft populair. Beeldhouwwerk heeft een lagere status, wordt meer als handwerk gezien.

Fotografie 

William Henry Fox Talbot 

Experimenteren met lezen en chemische stoffen.

Portret nu ook voor de minder rijke mensen betaalbaar.

fotografie beïnvloedt schilderkunst

Fotografie als bron van inspiratie. Andere standpunten, toevallige afsnijdingen en " schilderen" momentopnames. 

Schilders gaan experimenten met nieuwe technieken om zich te onderscheiden van de fotografie.

Hun eigen interpretatie van de werkelijkheid. ( impressionisme en post impressionisme) 

Romantiek 1800-1870

kenmerken :

* ontsnappen uit de dagelijkse realiteit

( gevoel en fantasie)

*ongerepte natuur, exotische oorden en verre verleden.

*oude sprookjes en volksverhalen

Romantische kunstenaar

De kunstenaar geeft op een eigen manier de gevoelens van angst en hoop weer. 

Voor 1800 kunstenaar de ambachtsman, het kunstenaarschap is vanaf nu een uitzonderlijke gave.

Autonoom en eigenzinnige artistiekeling

Schilderkunst als ontsnapping

woeste ongerepte natuur.

de mens is klein en nietig tegenover het goddelijke mysterie van de natuur.

Exotische en middeleeuwse gebouwen.

Romantische beeldhouwkunst op Arc de Triomphe