V13: plural, quiz and carnival quiz

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Unit 2: Scotland

Goals

Last lesson we did some listening + plural.

Today we are going to repeat the plural, do a quick quiz on plural and words, do a carnival quiz

Check homework

Do: exercise 7, 8 unit 2 lesson 2 (page54) + 6, 8 unit 3 lesson 2 (page 91/92)

Learn: words + expressions unit 2! Grammar: present simple / have got / a-an / meervoud

Quiz

5 MC questions meervoud

4 open questions words unit 2

1. boxes
2. boxxes
3. bosses
4. boxees

Uniform

1. uniformes
2. uniform's
3. uniforms
4. uniformies

1. Brushes
2. brush's
3. brushs
4. brushies

1. bus's
2. buss
3. buses
4. busses

1. faces
2. face's
3. facies
4. facces

Wat is het NL van "jumper"

Wat is het EN van "morgen"

Wat is het NL van "boring"

Wat is het EN van "pretpark"

Unit 3 lesson 3

Speaking

• Je kunt iemand beschrijven
• Je kunt vragen hoe het met iemand gaat
• Je kunt zeggen hoe het met je gaat
• Je kunt iemand bedanken

Opdrachten samen

Opdracht 2 - 4 - 6 - 8

Carnaval quiz

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?

1. Gouden eeuw
2. Middeleeuwen
3. prehistorie
4. 1950

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?

1. Overal in Nederland.
2. In Eindhoven
3. In het zuiden van Nederland.
4. In Den Bosch

Fabrizio

Big Benny

Beppie Kraft

Wat zingen ze in het refrein?
'Sie hatte...

1. ze heeft geen schoenen meer aan
2. ze heeft nu schoenen aan
3. ze heeft geen schoenen
4. ze heeft alleen nog schoenen aan

Hoe groet je iemand tijdens carnaval?

1. Hello, hello
2. Goedendag
3. Alaaf!
4. hihahahi

Wat zijn carnavalkrakers?

1. Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
2. Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
3. Dan hoor je je botten kraken als je danst.

Wat doe je na carnaval?

1. Uitkateren
2. Bidden
3. Vasten
4. Naar de kerk gaan

Vier jij carnaval (normaal gesproken)?

1. Ja
2. Nee

Ik wens jullie allemaal een fijne carnavalsvakantie!