Zelfstandige naamwoorden herkennen

1 / 9
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 9 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Persoon
Dier
Plant
Ding
dokter
flamingo
tulp
auto
trompet
muis
Bert
tomaat

Slide 2 - Sleepvraag

Welke lidwoorden ken je?

Slide 3 - Open vraag

Klik op de zelfstandige naamwoorden.

De koeien grazen in de wei.
A
grazen
B
koeien
C
de
D
wei

Slide 4 - Quizvraag

Klik op de zelfstandige naamwoorden.

Jan gaat met de fiets naar de winkel.
A
fiets
B
de
C
naar
D
Jan

Slide 5 - Quizvraag

Klik op de zelfstandige naamwoorden.

Wij eten graag kip met appelmoes.
A
kip
B
eten
C
appelmoes
D
wij

Slide 6 - Quizvraag

Klik op de zelfstandige naamwoorden.

Er is veel water in de zee.
A
er
B
zee
C
water
D
veel

Slide 7 - Quizvraag

zelfstandig naamwoord
werkwoord
juf
rijden
drink
zwem
trein
eten
directeur
brug

Slide 8 - Sleepvraag

Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
hond
groen
mooi
kastanjeboom
snoepje
Marieke
boek
harde
oud

Slide 9 - Sleepvraag