KA religie - alles komt bij elkaar [20-21]

Alle KA's over thema groei monotheisme bij elkaar 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Alle KA's over thema groei monotheisme bij elkaar 

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerkcontrole:
Maak een foto van je huiswerk en stuur deze in.

Slide 2 - Open vraag

Vorige week
  • Waarom is de Renaissance een keerpunt in denken en wereldbeeld van de Europeaan?
  • Wat betekent wereldbeeld?
  • Hoe gingen Europeanen naar hun religie kijken vanaf de tijd van de Renaissance?

Slide 3 - Tekstslide

Vorige week
- Waarom ontstond er na de Renaissance steeds meer kritiek op de Christelijke kerk?
- Wat was de rol van de uitvinding van de drukpers in de verspreiding van deze kritiek?
- welke dingen liet de Christelijke kerk de gewone mensen geloven, zodat dij geld zouden geven aan de kerk?
- Wat waren de kritiekpunten van Luther en Calvijn
- Wat is het verschil tussen de Katholiek en de protestantse kerk?

Slide 4 - Tekstslide

De opstand. Willem van Oranje streeft naar religie vrede

Slide 5 - Tekstslide

Herhalen
Christendom:

Slide 6 - Tekstslide

Herhalen
Christendom:

Slide 7 - Tekstslide

Probeer in 2 á 3 zinnen op te schrijven:
Hoe verloopt de groei en de neergang van het Christendom door alle tijdvakken heen?

Slide 8 - Open vraag

De opstand. Willem van Oranje streeft naar religie vrede

Slide 9 - Tekstslide

Monotheïsme is het geloof in meerdere goden.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Welke religies zijn monotheïstisch
A
Jodendom, Islam, Hindoeïsme
B
Jodendom, Christendom, Islam
C
Islam, Christendom, Boeddhisme
D
Boeddhisme, Hindoeïsme, Humanisme

Slide 11 - Quizvraag

Welk geloof had Clovis?
A
Romeinse godsdienst
B
Jodendom
C
Christendom
D
Islam

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde in ouderdom?
A
Islam, Jodendom, Christendom
B
Christendom, Jodendom, Islam
C
Jodendom, Christendom, Islam

Slide 13 - Quizvraag

Wat is kerstening?
A
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer.
B
De verspreiding van het christendom.
C
Dat is als de leenheer op jihad gaat.
D
Dat betekent dat de paus beschermt moet worden.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
Mensen die in God geloven
B
Mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
Mensen die in dienst zijn van de kerk
D
Mensen die voor andere mensen bidden

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de Moorse beschaving?
A
8 eeuwen aanwezigheid van Moslims in Spanje
B
80 jarige aanwezigheid van Moslims in Spanje
C
Een Griekse beschaving
D
Een Afrikaanse beschaving van 8 eeuwen geleden

Slide 16 - Quizvraag

Na afloop van de eerste kruistocht werden er in het veroverde gebied kruisvaardersstaten gesticht bijvoorbeeld het koninkrijk Jeruzalem. Dit was bedoeld om het pas veroverde gebied te beschermen en te verdedigen.

Welke groep had hier economisch voordeel van en waarom?

A
De christenen in het gebied waren nu weer veilig en konden de heilige plaatsen in Jeruzalem weer bezoeken.
B
De Europese handelaren konden door de bescherming van de kruisvaardersstaten en de gunstige tol- en belastingtarieven hun handel in zijde en specerijen veilig stellen.
C
De Byzantijnse keizer kon Constantinopel weer innemen en dat was een belangrijke handelsstad.
D
De Arabieren, want nu konden zij hun hoogstaande cultuur doorgeven aan de Europeanen.

Slide 17 - Quizvraag

Een vraag over humanisme. Welke twee cijfers passen bij humanisten?

1. Mensen moesten altijd doen wat de kerk vertelde.
2. Zij bestudeerden de oorspronkelijke teksten van het Oude en Nieuwe Testament.
3. Zij lazen klassieke teksten.
4. Zij vonden onderwijs niet belangrijk.
5. Zij wezen het christendom als godsdienst af.
A
2 en 3
B
1 en 2
C
3 en 4
D
3 en 5

Slide 18 - Quizvraag

In de middeleeuwen was iedereen tevreden met de christelijke kerk.
A
JUIST
B
ONJUIST

Slide 19 - Quizvraag

Een vraag over de kerkelijke hervorming.

Drie uitspraken:
1. De paus was in de middeleeuwen hoofd van de geestelijkheid.
2. In de late middeleeuwen was bijna iedere Nederlander katholiek.
3. Voor 1500 had nog niemand kritiek gehad op de kerk.

Zijn de uitspraken juist of onjuist?

A
1. Juist, 2. Juist, 3. Juist
B
1. Juist, 2. Juist, 3. Onjuist
C
1. Juist, 2. Onjuist, 3. Onjuist
D
1. Onjuist, 2. Juist, 3. Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Een vraag over humanisme. Hieronder staan vier zinnen die oorzaak en gevolg van elkaar zijn. Zet de letters A t/m D in de juiste volgorde:

A. De drukpers maakte grote aantallen boeken.
B. De renaissance ontstond in Italië.
C. De renaissance verspreidde zich in de 16e eeuw over Europa.
D. Ideeën werden sneller verspreid.
A
B --> D --> A --> C
B
B --> A --> D --> C
C
C --> A --> D --> B
D
B --> C --> D --> A

Slide 21 - Quizvraag

Dit is het interieur van een ..... kerk.
A
katholieke
B
protestantse

Slide 22 - Quizvraag

Door het kopen van aflaatbrieven kon je .....
A
tegen betaling een goede plek in de hemel krijgen
B
een bezoek brengen aan de paus in Rome
C
tegen betaling sneller naar de hemel gaan
D
voorkomen dat je naar de hel moest

Slide 23 - Quizvraag

Laatste vraag: Waarom vertaalde Luther de bijbel in het Duits?
A
Hij vond deze taal het allermooist
B
Luther kon geen Latijn lezen
C
Luther vond dat iedereen de bijbel moest kunnen lezen

Slide 24 - Quizvraag

rij A
Ik wil nog oefenen:
- Verspreiding Christendom, kerstening, 

Maken:
Vraag 8.13 t/m 8.16, blz. 27
Vraag 9.16, blz. 31
Vraag 10.6 en 10.7

Rij B
Ik wil nog oefenen:
- expansie, renaissance, reformatie


Maken:
Vraag 16.9 t/m 16.12 blz. 47
vraag 9 en 10, blz. 64
21. 11 t/m 21.13, blz. 59

timer
1:30
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide