Waar kijk je naar? Wat zie je?
Bewustzijn
Angst en verwardheid. Uiteindelijk bewustzijnsdaling en bewusteloosheid.
Ademhaling
Snel, diepere ademteugen en soms (afhankelijk van de oorzaak) een oppervlakkige ademhaling.
Circulatie
Moeilijk voelbare en versnelde pols (>100/min). Later daalt de bloeddruk.
Huid
Bleek en/of grauw. Koud en klam. De capillaire refill is vertraagd (>2 seconden).
Maag- en darmstelsel
Misselijkheid en braken. Let op verslikking en aspiratie.
Slijmvliezen
Droog. Dorst is een symptoom van een ernstige shock, maar geef het slachtoffer niets te drinken.