Debat

Debatteren!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Debatteren!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lesdoel
  • Aan het einde van deze les kunnen jullie allemaal je mening geven en deze met een argument/reden ondersteunen. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent een..
  • Debat; discussie 
  • Stelling; is een uitspraak 
  • Mening; ik ben het daarmee eens
  • Argument; gebruik signaalwoorden omdat, want, daarom , dus

Slide 5 - Tekstslide

Debatteren in de klas
4 stellingen  
3 argumenten voor/tegen, om de beurt
Reageren op elkaar
Korte conclusie

Slide 6 - Tekstslide

Stellingen
  • 1; kinderen moeten op school een uniform dragen  
  • 2; Jongens en meisjes moeten in alle situaties gelijk behandeld worden
  • 3; Kinderen onder 13 jaar zouden geen gebruik moeten maken van social media
  • 4; Frisdrank moet toegestaan worden op school

Slide 7 - Tekstslide

Bedenk met je groepje 3 argumenten voor of tegen
1a = voor; alle dierentuinen moeten sluiten
1b = tegen; alle dierentuinen moeten sluiten
2a = voor; kinderen moeten op school een uniform dragen
2b = tegen; kinderen moeten op school een uniform dragen 
3a= voor; mobiele telefoons moeten verboden worden
3b= tegen; mobiele telefoons moeten verboden worden


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag 
Nu mag je met je groepje voorbereiden,
Bedenk 3 argumenten en een conclusie
Verdeel wie wat gaat zeggen
Succes! 
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Spelregels voor het debat:
1. Luister goed en laat elkaar uitpraten
2. Wie het woord wil, gaat staan.
3. De debatleider geeft je het woord. 
4. Leg met voorbeelden uit waarom je iets vindt
5. Val nooit iemand persoonlijk aan, maar altijd zijn boodschap
6. Durf ook toe te geven als de ander gelijk heeft
7. Leg je neer bij de beslissing van de debatleider

Slide 11 - Tekstslide

Een debat
  • Debatteren is discussiëren met regels.
  • Er zijn voor- en tegenstanders.
  • Er zijn strakke spelregels afgesproken. 
  • Je probeert het publiek te overtuigen van  jouw gelijk. 
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide