UITVOEREN
5. Laat een laagje water in een bakje lopen.
6. Spoel het gebit af.
7. Poets het gebit met tandenborstel en tandpasta.
8. Gebruik een bruistablet.
9. Spoel het gebit goed af.
Zorg dat alle resten van het bruistablet verwijderd zijn.
10. Laat de cliënt de mond spoelen.
11. Geef de cliënt het gebit terug, eerst bovengebit, dan ondergebit.
TERUGKIJKEN
12. Ruim alle spullen op.
13. Evalueer met de cliënt.