§3.5 Woorden

§3.5 Woorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§3.5 Woorden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les ben je in staat uit te leggen wat een uitdrukking is.

Slide 2 - Tekstslide

Uitdrukking en spreekwoord
Een uitdrukking is een deel van een zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de woorden in een uitdrukking veranderen. Bv: Iemand mores leren / Ik zal hem eens mores leren.
Een spreekwoord is een hele zin met een figuurlijke betekenis. Je kunt de zin niet veranderen. Bijvoorbeeld:
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.


Slide 3 - Tekstslide

Je vindt de betekenis van uitdrukkingen en spreekwoorden in een woordenboek. 

Bv:  Iemand links laten liggen - Links
         Ergens lak aan hebben - Lak

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld spreekwoorden
- Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht. 
- Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel. 
- De appel valt niet ver van de boom. 
- Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. 
- Een goed begin is het halve werk. 
- Het is water naar de zee dragen. 
- Wie wind zaait, zal storm oogsten.

Slide 5 - Tekstslide

Maken
Opdracht 11 t/m 18 van 3.5
Ga daarna naar de LessonUp-app
en voer de volgende code in: rzdns

Slide 6 - Tekstslide

Kennistest
Maak de kahoot.
Doe dit onder je eigen naam en individueel.
De resultaten zijn voor mij belangrijk omdat ik hier uit kan halen of iemand extra begeleiding nodig heeft

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent: Beter een vogel in de hand dan tien in de lucht

Slide 8 - Open vraag

Wat betekent: Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten

Slide 9 - Open vraag

Wat betekent: Het is water naar de zee dragen

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent: Wie wind zaait, zal storm oogsten

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent: Het gras is groener bij de buren

Slide 12 - Open vraag