1.8 Identiteit en conflicten

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond
Je boek en schrijft liggen voor je
Start je laptop op en log in op LessonUp!
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Ga zitten volgens de plattegrond
Je boek en schrijft liggen voor je
Start je laptop op en log in op LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

1.8 identiteit en conflicten
Ik begrijp de relatie tussen identiteit en territoriale conflicten.

Ik ken de mogelijke gevolgen van territoriale conflicten.

Ik begrijp hoe het streven naar onafhankelijkheid tot conflicten kan leiden.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'conflicten'?

Slide 3 - Woordweb

Separatisme
Separatisme: als een bevolkingsgroep het door hen bewoonde gebied los willen maken van het land waarin ze wonen

- voelen zich niet verbonden met de dominante cultuur
- eigen geschiedenis; sterke identiteit
- afscheidingsbewegingen


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is separatisme?

Slide 6 - Open vraag

Gebruik bron 3.
Welke bevolkingsgroep op de Krim zou je tot de separatisten rekenen?

A
De bevolking van Oekraïne
B
de bevolking van Rusland
C
Het deel van de bevolking op De Krim dat bij Oekraïne wil horen
D
Het deel van de bevolking op De Krim dat bij Rusland wil horen

Slide 7 - Quizvraag

Separatisme heeft politieke dimensie
  • Territoriaal conflict: onenigheid over het bezit/of bestuur van een gebied dat grenst aan twee of meer landen.
  • Een territoriaal conflict gaat over:
- cultuur
- religie
- etnisch nationalisme
- grondstoffen, vruchtbare grond
  • Politieke partijen wakkeren separatisme aan                                                                                                           -> risico op escalatie (burgeroorlog, terrorisme)
  • Een omstreden gebied kan worden toegevoegd of losgekoppeld

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waarom braken er in 2013-2014 opstanden uit in Oekraïne?
A
Rusland probeerde tegen te houden dat Oekraïne samen ging werken met de EU
B
Rusland wilde niet dat de NAVO verder uit zou breiden
C
Oekraïne wilde alle Russische soldaten het land uit zetten
D
Oekraïne wilde graag een president die anti-EU was

Slide 10 - Quizvraag

De Krim is vooral belangrijk voor Rusland door ..
A
de welvaart
B
voedselproductie
C
strategische ligging
D
inwoneraantal

Slide 11 - Quizvraag



Waarom is het voor veel inwoners van de Krim logisch dat het schiereiland bij Rusland hoort?
A
Er zitten veel grondstoffen in de bodem, de Russen kunnen die het beste uit de bodem halen.
B
Door de russificatie van de Krim spreekt niemand er meer Oekraïens.
C
Er zijn grote culturele verschillen tussen het christelijke schiereiland de Krim en de islamitische Oekraïne.
D
Er wonen veel Russen en de russificatie ging er ver zodat veel mensen het Russisch nog beheersen.

Slide 12 - Quizvraag

Grenzen ter discussie
  • Regionalisme = volk houdt sterk vast aan de eigen cultuur.
  • Nationalisme = volk streeft naar onafhankelijkheid
  • Separatisme = de wens van een volk om zich van een staat af te scheiden.
    

Slide 13 - Tekstslide

Regionalisme
Separatisme
Nationalisme

Slide 14 - Sleepvraag

timer
5:00
Aan de slag
Paragraaf 1.8
Opdracht 1-8
Klaar? Nakijken     of 1.7 afmaken
Eerste 5 min in stilte

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik begrijp de relatie tussen identiteit en territoriale conflicten.

Ik ken de mogelijke gevolgen van territoriale conflicten.

Ik begrijp hoe het streven naar onafhankelijkheid tot conflicten kan leiden.

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag