Hoofdstuk 2, les 4

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

VOORKENNIS OPHALEN

Waarde van een getal, grote getallen, delers, veelvouden, decimale getallen afronden, product, quotiënt, som, verschil, rekenvolgorde, optellen met negatieve getallen

Bereken de som van 12 en 4

Reken uit

20−3⋅(1+3)=

Reken uit:
- 12 + 8 =

Reken uit
8 + - 5 =

Reken uit
- 12 + ( 5 - 20 ) =

Positieve en negatieve getallen aftrekken

Reken uit:
- 5 - 12 =

Reken uit
6 - - 7 =

Reken uit
- 8 + ( 4 - - 2 ) =

Groter dan en kleiner dan

Vul op de puntjes < of > in
4 .... 7

1. <
2. >

Vul op de puntjes < of > in
4 .... - 7

1. <
2. >

Vul op de puntjes < of > in
-4 .... -7

1. <
2. >

Vul op de puntjes < of > in
- 3 .... 1

1. <
2. >

Vul op de puntjes < of > in
- 2,8 .... - 2,2

1. <
2. >