Jodendom

Hoofdstuk 3 Jodendom
Maak een kleurrijk voorblad met tekeningen over het Jodendom.
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 Jodendom
Maak een kleurrijk voorblad met tekeningen over het Jodendom.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Joodse kerk heet een synagoge
Synagoge

Slide 3 - Tekstslide

Keppel (hoedje)

Slide 4 - Tekstslide

Heilige boek:
Torah

Slide 5 - Tekstslide

Menorah

Slide 6 - Tekstslide

Shalom is goedendag of vrede

Slide 7 - Tekstslide

Introductie

Jodendom begon als eerst toen Abraham leefde, toen kwam Jezus en begon het Christendom, toen kwam Mohammed en begon de Islam.

Joden, christenen en moslims geloven allemaal in 1 God. Deze God is de schepper van alles wat bestaat. Elk van deze godsdiensten heeft regels waar je je aan moet houden. Ze geloven allemaal dat er leven is na de dood. 

Slide 8 - Tekstslide

Geloofspunten jodendom:

1. Er is één God
2. Het verbond tussen God en de joden
3. De 10 geboden volgen
4. Het geloof in een Messias

Slide 9 - Tekstslide

1. Er is een God
Joden noemen hun God Adonai, dit betekent Heer.
Ze geloven in 1 God, dit heet monotheisme. Mono betekent 1 en theos betekent God. 

Slide 10 - Tekstslide

2. Verbond tussen God en de joden 
Verbond betekent dat God zich wil verbinden aan mensen.

Tussen Joden en God bestaat een afspraak: God belooft het volk een eigen land. De Joden moeten in ruil daarvoor de leefregels van God volgen. 

Slide 11 - Tekstslide

3. De 10 geboden volgen
God heeft Mozes de 10 belangrijkste regels gegeven waar Joden zich aan moeten houden. Christenen doen dit ook.

Slide 12 - Tekstslide

De 10 geboden

Slide 13 - Tekstslide

4. Er komt een verlosser 
Er komt een Messias (een redder) die de hemel gaat brengen, dit is niet Jezus . 

Slide 14 - Tekstslide

Maken werkblad over 10 geboden 

Slide 15 - Tekstslide

Maken opdracht 3 (blz 59) en 4(blz 60) in je werkboek

Slide 16 - Tekstslide

STROMINGEN
Orthodoxe joden: houden zich streng aan de regels van de Thora. Nooit melk en vlees samen, de mannen hebben baarden en zwarte kleding. Je bent alleen joods als jouw moeder joods is.

Liberale joden: vinden de de Thora belangrijk maar zijn minder streng. 

Niet-religieuze joden: zijn wel joods, maar doen niets meer met het geloof. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

 - GESCHIEDENIS tijdlijn-
Aardsvader Abraham (2000 v Chr)
God sluit een verbond met Abraham. Hij geeft hun een heilig land voor de Joden. Abraham gaat op zoek naar het beloofde land.

1300 v chr

De Joden zijn slaven in Egypte. Mozes met de hulp van God bevrijd hun, dit heet de Exodus. Ze gaan opnieuw op zoek naar beloofde land. Krijgen 10 geboden.

Slide 19 - Tekstslide


33 na Christus.
De Romeinen heersen in deze tijd. Een groep joden gaan Jezus volgen (Jezus was een jood). De Joden zorgden ervoor dat Jezus doodgemaakt werden omdat hij niet de zoon van God was. 

66-135 na christus
De Romeinen krijgen steeds meer macht. De Joden vluchten en raken over de hele wereld verspreid, dit heet diaspora. 

Slide 20 - Tekstslide

1939-1945
De Holocaust: de Joden worden uitgemoord door de Nazi's. 

1948-nu
De Joden krijgen hun eigen land Israel. 

Slide 21 - Tekstslide

Maken:
Opdracht 4 (blz 60) in je werkboek 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is belangrijk voor joden?
  1. Naastenliefde: behulpzaam en lief zijn voor de mensen om je heen zelfs als ze het niet verdienen. 
  2. Wat je niet wilt dat jou overkomt, doe dat bij een ander ook niet.
  3. Rechtvaardigheid: juist en eerlijk handelen.
  4. Vergeef anderen zoals God jou ook vergeeft 

Slide 23 - Tekstslide

Wie is de mens?
Volgens joden:
1. De mens is gemaakt om op God te lijken (liefdevol, rechtvaardig, hulpvaardig en troostend).
2. De mens heeft een vrije wil. Je mag zelf kiezen of je de goede of de verkeerde weg volgt.
3. De mens is beperkt. Mensen kunnen niet alles. Sommige dingen moet je aan God overlaten.

Slide 24 - Tekstslide

Maken
Maken opdracht 8,9,10 op bladzijde 63 
Maken opdracht 12 en 13 op bladzijde 64-65

Slide 25 - Tekstslide

Hoe leven mensen met elkaar samen?
Door de 10 geboden te respecteren en eraan te houden.

Maken opdracht 16 en 17 op blz 67

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn de 10 geboden? Geef voorbeelden!

Slide 27 - Open vraag

De TeNaCH
"TeNaCH" is het joodse woord voor bijbel. 

De TeNaCH bestaat uit drie delen, namelijk:
  • Thora (wet)
  • Nebiim (profeten)
  • Chetubim (geschriften)

Slide 28 - Tekstslide

Symbolen van geloven



Jodendom                                    
                                                                                                      Christendom                                            
                                                  Islam

Slide 29 - Tekstslide

Hindoeisme




Boeddhisme

Slide 30 - Tekstslide

Heilige gebouwen

Voor Christenen de kerk
  Voor Moslims de moskee
Voor Joden de .................

Slide 31 - Tekstslide

Synagoge
 De plek waar Joden samenkomen voor gebed en het voorlezen uit de TeNaCH. De priester van een synagoge noemen we een "Rabbijn". 

Slide 32 - Tekstslide

Feesten en rituelen: We lezen samen blz 70-71
Maken dan opdracht 23 en 24 

Slide 33 - Tekstslide

Rituele dagen en feesten 
  • Sabbat. De rustdag. Er mag niet gewerkt worden. Dit is op zaterdag.
  • Bar Mitswa: volwassen worden (jongens: 13 jaar en meisjes: 12 jaar). Hoort een groot feest bij.
  • Besnijdenis.
  • Huwelijk: verbond tussen man en vrouw


Slide 34 - Tekstslide

Koosjer
Lees samen blz 72
Maak opdracht 25 en 26

Slide 35 - Tekstslide

Koosjer
Drie regels uit de Thora die bepalen of voedsel kosjer is (toegestaan): 

  • Alleen “reine” dieren (geen varken)
  • Geen bloed in eten 
  • Vlees en melkproducten niet samen eten 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide