Dag 5 - 2D

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo, mavo
• Leerjaar 1

Woordenschat

Je leert nieuwe woorden bij  

thema 5: Houden van en Verliefd 

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

nieuwsgierig

• alles willen weten
• interesse hebben in iets

• Zin: Die jongen is heel nieuwsgierig, want hij wil altijd alles van ons weten.
• Zin: Ik ben heel nieuwsgierig naar het resultaat van mijn toets.

de verkering

• het langere contact tussen twee mensen die verliefd zijn 
• verkering hebben
• ww: ik heb verkering, ik had verkering, ik heb verkering gehad
• zin: Mijn vriend en ik hebben nogal lang verkering. 
• zin: Bij haar duurt de verkering nooit zo lang, haar verliefdheid gaat snel voorbij. 

verliefd

• gek gevoel in je buik
• de hele tijd aan iemand denken
• iemand heel erg leuk vinden
• Zin: Ik ben nog nooit verliefd geweest op iemand.
• Zin: Hij is denk ik verliefd op mij, want hij maakt de hele dag grappen met mij.

zacht

• voelt heel lekker aan
• niet hard maar zacht

• Zin: Hij heeft een zacht karakter want hij is altijd heel erg vriendelijk.
• Zin:  Mijn dekbed is heel lekker zacht.
• Zin: Dat meisje zoent echt heel lekker zacht! 

accepteren

• iets geloven
• iets goed vinden

• Zin: Ik accepteer het als hij mijn spullen vergeet.
• Zin: Mijn docent accepteert het als ik mijn toets niet zo goed maak.

emotioneel

• veel gevoel tegelijk hebben
• huilen - boos zijn
• Zin: Ik ben ontzettend emotioneel als ik een verdrietige film zie.
• Zin: Die jongens reageren heel emotioneel op een grapje van haar, omdat ze de grap niet snapten.

Verkering is een relatie tussen

1. twee mensen die met elkaar werken.
2. twee mensen die verliefd zijn.
3. twee mensen die een financiële relatie hebben.
4. twee mensen die familie van elkaar zijn.

Wat is nieuwsgierig?

1. Iemand die heel rijk is en al zijn geld voor zichzelf houdt.
2. Alles overal over willen weten.
3. Heel emotioneel reageren op een grap.
4. Iemand die verkering heeft en die heel emotioneel is.

Emotioneel betekent:

1. dat je heel heftig reageert als iemand een grap maakt of er iets vervelends is.
2. dat je heel serieus je toets maakt.
3. dat je iemand heel aantrekkelijk vindt.
4. dat je moet huilen als er iets heel verdrietig is.

Waar klopt:
zacht?

1. Ik ben een vriendelijk en zacht mens.
2. Ik slaap op een zacht kussen.
3. Hij zoent heel zachtjes.
4. Hij raakt mij zacht aan.

Waar gaat het over:
accepteren?

1. Hij vindt het altijd goed als ik zijn fiets niet direct terugbreng.
2. Mijn moeder laat mij altijd in bed liggen terwijl ik naar school moet.
3. Dat meisje is boos op mij als ik het juist heel goed doe.
4. Ik vind het niet erg als iemand koffie over mij heen gooit.

Welke zin klopt?

1. Hij zegt verkering aan haar.
2. Ik wil graag verkering aan haar.
3. Wil je verkering met mij?
4. Ze vraagt verkering tegen hem.