2021_01_25_gramm_lv

Klas 1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

  • WELKOM
  • huiswerk bespreken
  • afronding lv
  • oefenen lv
  • uitleg aanwijzen en vragen voornaamwoord
  • huiswerk woensdag 27/1

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdstuk 3

- Woordenschat: woorden + zoek een voorbeeld

- Grammatica zinsdelen: werkwoordelijk gezegde

- Grammatica woordsoorten: zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

- Spelling: meervouden op -en

- Spelling werkwoorden: de verleden tijd van sterke werkwoorden



Hoofdstuk 4

- Woordenschat: woorden + zoek een tegenstelling

- Grammatica zinsdelen: lijdend voorwerp

- Grammatica woordsoorten: aanwijzend en vragen voornaamwoord

- Spelling: meervouden op -s

- Spelling werkwoorden: voltooid en onvoltooid deelwoord


10 februari: toets

Slide 4 - Tekstslide

maken opdracht 5 & 7 (woordenschat hfd. 4)
leren blz. 124 theorie
maken hfd. 4 grammatica startopdracht + 1, 2, 3 + 4
opdracht 5
opdracht 7
Nakijken via de website! Vragen? Stel ze!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Het antwoord op de vraag:
wie/wat + ww.gezegde + onderwerp is het......
A
onderwerp
B
gezegde
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het lv?
De piloot merkte iets vreemds op.
A
iets vreemds
B
de piloot
C
er zit geen lv. in de zin
D
merkte

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het lv?
Hij zag in z'n ooghoeken een UFO.
A
Hij
B
zag
C
in z'n ooghoeken
D
een UFO

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het lv?
De zusjes spelen verstoppertje.
A
De zusjes
B
verstoppertje
C
geen lv.
D
spelen

Slide 11 - Quizvraag

Snap je hoe je een lijdend voorwerp in de zin vindt?
A
ja
B
nog niet

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

TekstGrammatica: aanwijzend en vragend voornaamwoord (blz. 126)   Startopdracht + opdr. 1, 2, 4 
Vrijdag 29 januari

Slide 16 - Tekstslide

Tot vrijdag

Slide 17 - Tekstslide