Mondeling se présenter h/a

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

• Voca

Mondeling VT1

Ik kan mezelf en een ander voorstellen: naam, leeftijd, woonplaats, nationaliteit, taal, sport, dier (leerdoel).

Het mondeling bestaat uit twee korte opdrachten:

1. Je stelt jezelf eerst voor.

2. Daarna trek je een spreekkaart waar een fiche d'identité van een persoon op staat. Stel deze persoon voor. 

Opdracht 1: jezelf voorstellen

Opdracht 1 kan je goed zelf voorbereiden. Je vertelt je naam, leeftijd, woonplaats, nationaliteit, taal, sport en dier. Schrijf dit op in Franse zinnen. Leer dit tekstje uit je hoofd.

Tip: gebruik de zinnen op p. 48 in het taalportfolio en leer deze zinnen op Quizlet! Kijk ook nog eens naar ex. 19 en 20.

La roue

Beantwoord de vragen in het Frans.

Présente-toi!

Opdracht 2: iemand anders voorstellen

Je krijgt op het mondeling van de docent een fiche d'identité zoals het plaatje. De informatie die hierop staat gebruik je om deze persoon voor te stellen. Let erop dat je nu dus in de hij/zij-vorm vertelt!

Opdracht 2: iemand anders voorstellen

Voorbeeld:

Elle s'appelle Sophie de Jong.

Elle a douze ans.

Elle habite à Breda.

Elle est néerlandaise.

Son sport préféré, c'est le tennis.

Elle a un lapin.

Opdracht 2: iemand anders voorstellen

Leer de zinnetjes van de vorige dia voor opdracht 2. Elle kan je vervangen voor il.

Tip: leer de woordjes op p. 46 en 47 in het taalportfolio of op Quizlet. Kijk ook nog eens naar ex. 17 en 18.

Présente le garçon.

Werkwijze

Het mondeling doe je alleen bij de docent en duurt niet langer dan 5 minuten. De docent maakt een schema waarin je kan zien in welke les en hoelaat je aan de beurt bent. De rest van de klas gaat zelfstandig aan het werk met een opdracht.

Leren

Je leert voor het mondeling:

• Het werkwoord être op p. 10
• De getallen 0-20 op p. 29
• De woordjes op p. 46-47
• De zinnen op p. 48

Bonne chance!