4.5 Nederland verduurzaamt

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Korte terugblik
  • Wat betekent het woord 'energietransitie'
  • Filmpje met vragen (zelfstandig)
  • Afronden (in Teams)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vandaag!
  • Je weet wat de betekenis is van energietransitie.
  • Je begrijpt waarom het belangrijk is dat er een energietransitie komt.
  • Je kunt op een kaart intekenen waar er windmolenparken in Nederland zijn of komen.

Slide 3 - Tekstslide

Korte terugblik:
Wat is consuminderen en waarom is het belangrijk dat we dit doen?

Slide 4 - Open vraag

Gebruik Google.
Wat betekent het woord 'transitie'?

Slide 5 - Woordweb

Probeer nu in eigen woorden uit te leggen wat energietransitie betekent.

Slide 6 - Open vraag

Energie
  • We hebben het gehad over energie. Weet je nog hoe we in Nederland aan energie komen?
  • We moeten iets veranderen aan de manier waarop we energie opwekken. Waarom is dat nodig?

  • Alle veranderingen die hiervoor nodig zijn, noemen we bij elkaar de energietransitie.

Slide 7 - Tekstslide

Film
  • We gaan zo een film kijken van Morgenland. Deze film gaat over de energietransitie in Nederland.

  • De film duurt ongeveer 10 minuten. In de film zitten vijf vragen. Deze beantwoord je tijdens de film.

Slide 8 - Tekstslide

6

Slide 9 - Video

02:34

Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 10 - Quizvraag

04:26

Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 11 - Quizvraag

05:31

Waterstof maken we van water en.. elektriciteit. Is waterstof dan wel duurzaam?
A
Ja, omdat bij het gebruik van waterstof alleen waterdamp vrijkomt.
B
Soms, het hangt er vanaf hoe we de elektriciteit die we hiervoor gebruiken opwekken.
C
Nee, als we dit doen kan het zijn dat al het water op raakt.
D
Nee, want ook bij waterstof worden er gassen uitgestoten.

Slide 12 - Quizvraag

06:41

Biomassa levert gas op. Als we dit gas verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij groen gas vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.
B
De naam groen gras slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit gas niet duurzaam.
C
Omdat bij gas van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit groen gas omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.

Slide 13 - Quizvraag

08:40
We moeten juist minder olie, gas en kolen uit de grond halen. Geothermie komt ook uit de grond. Is dat dan wel een goede oplossing?
A
Ja, want bij geothermie halen we alleen warm water naar boven en verbranden we niks.
B
Ja, want geothermie zit minder diep in de aarde dan olie, gas en kolen.
C
Soms, het hangt er vanaf of we de warmte ook weer terug onder de grond stoppen.
D
Nee, geothermie is fossiel en daarom niet duurzaam.

Slide 14 - Quizvraag

11:21


En hoe ga je dat doen?

Slide 15 - Woordweb

Leerdoelen vandaag!
  • Je weet wat de betekenis is van energietransitie.
  • Je begrijpt waarom het belangrijk is dat er een energietransitie komt.
  • Je kunt op een kaart intekenen waar er windmolenparken in Nederland zijn of komen.

Slide 16 - Tekstslide