1T DINSDAG 29 SEPTEMBER 2020

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1T DINSDAG 29 SEPTEMBER

* geen huiswerk voor deze les!

* UITLEG OVER SO ZAKELIJKE E-MAIL...

* START SPREKEN, KIJKEN, LUISTEREN 1.6

* maar eerst nog even oefenen met de woordenlijst!

nonchalant

1. vol enthousiasme
2. gezegd van iets waarvan je heel goed weet dat je het doet
3. overblijvend
4. achteloos, onverschillig

het object

1. uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren
2. voorwerp, ding
3. de manier
4. hindernis, iets dat in de weg zit, je belemmert

het obstakel

1. het voorwerp, het ding
2. laten zien dat iets zo is, bewijzen
3. hindernis, iets dat je in de weg zit, je belemmert
4. het laat je niet met rust, het blijft pijn doen

de perfectionist

1. iemand die iets voor zijn plezier doet en niet voor zijn werk
2. iemand die op een onhandige manier met iets bezig is waar hij weinig verstand van heeft
3. iemand die alles foutloos wil hebben
4. goede of slechte naam van iets of iemand

de periode

1. bepaalde hoeveelheid tijd, het tijdvak
2. heel wat, veel keer
3. steeds weer, voortdurend, zonder pauze
4. gebeuren zoals je bedacht en gepland had

de reputatie

1. iemand die alles foutloos wil hebben
2. het knaagt, het laat je niet met rust
3. graag hogerop of verder komen, als je veel wilt bereiken
4. goede of slechte naam van iets of iemand

resterend

1. ten minste, niet minder dan
2. heel wat, veel keer
3. zeggen dat het klopt
4. overblijvend

selecteren

1. zich zorgen maken over
2. kiezen
3. laten zien dat iets zo is, bewijzen
4. bepaalde hoeveelheid tijd, het tijdvak

de strategie

1. manier om je doel te bereiken, tactiek
2. manier
3. hindernis
4. gezegd van iets waarvan je veel verwacht

veelbelovend

1. achteloos, onverschillig
2. zeggen dat het klopt
3. gezegd van iets waarvan je veel verwacht
4. laten zien dat iets zo is, bewijzen

vol vuur

1. overblijvend
2. achteloos, onverschillig
3. steeds weer, voortdurend, zonder pauze
4. vol enthousiasme

volgens plan verlopen

1. uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren
2. gebeuren zoals je bedacht en gepland had
3. graag hogerop of verder komen, als je veel wilt bereiken
4. iemand die alles foutloos wil hebben

de wijze

1. gezegd van iets waarvan je veel verwacht
2. manier om je doel te bereiken, tactiek
3. manier
4. iemand die alles foutloos wil hebben

LEERDOELEN SPREKEN, KIJKEN, LUISTEREN 1.6

• JE LEERT: 
• welke gespreksdoelen er zijn;
• hoe je een goed gesprek voert;
• hoe je een gesprek observeert en beoordeelt.

DEZE LES:

• mondeling bespreken opdr. 0-1-2 (zie ook blz. 42) 
• fragment bekijken.

zelfstandig werken aan:

* maken opdracht 3

* lezen 'het doel van een gesprek'

* maken opdracht 4

KLAAR? Even geduld, we kijken het zo even na!

Wat verder deze les?

• samen lezen theorie 'tips voor een goed gesprek' (blz. 43)
• werken aan huiswerk

• KLAAR? BOEK IN DE TAS!

HUISWERK DONDERDAG 1 OKT.

HUISWERK DONDERDAG 1 OKT.:

m. opdr. 3 t/m 8 (Spr,k,l 1.6) + lz. theorie 'observeren en beoordelen'

UITLEG 'BOEK IN DE TAS'

• JE MAAKT ALVAST EEN KEUZE UIT 1 VAN DE 3 LEESBOEKEN (ik kom straks langs om ze uit te delen)
• NOG EEN KEER: 
• je laat dit leesboek in je schooltas zitten totdat je het uit hebt;
• bij elke les (ook bij andere vakken!) waar je wat extra tijd hebt aan het einde, ga je nog even lezen in dit leesboek!