Gewoonten in Nederland

Gewoonten in Nederland
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Gewoonten in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de belangrijkste gewoonten in Nederland benoemen en begrijpen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de gewoonten in Nederland?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 1: Inleiding
Nederland heeft verschillende interessante gewoonten. Laten we ze samen ontdekken!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2: Typisch Nederlands eten
Stroopwafels, haring en kaas zijn bekende Nederlandse lekkernijen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3: Fietscultuur
Nederland staat bekend om zijn fietscultuur. Bijna iedereen fietst hier!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4: Koningsdag
Koningsdag is een nationale feestdag waarop we de verjaardag van de koning vieren. Iedereen kleedt zich in het oranje!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5: Sinterklaas
Sinterklaas is een belangrijke traditie in Nederland. Kinderen krijgen cadeautjes van Sinterklaas op 5 december.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6: Droge humor
Nederlanders staan bekend om hun droge humor. Ze maken vaak grappen die subtiel en sarcastisch zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7: Directheid
Nederlanders zijn direct in hun communicatie. Ze zeggen vaak wat ze denken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8: Samenvatting
We hebben verschillende gewoonten in Nederland besproken, van eten tot feestdagen en communicatiestijl.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.