- Je mag zelf kiezen in welke vorm je het product inlevert (Typen in Word, een Powerpoint, een poster maken, een video, et cetera)
- Je volgt de opdrachten via LessonUp
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands
In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Fictieopdracht Isabelle T4
- Je werkt in tweetallen of alleen
- Je mag zelf kiezen in welke vorm je het product inlevert (Typen in Word, een Powerpoint, een poster maken, een video, et cetera)
- Je volgt de opdrachten via LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
1. Verschillen tusen Jeanne en Isabelle
Benoem de verschillen tussen Jeanne en Isabelle op:
- Karakter
- Uiterlijk
- Familie
- Kijk op de wereld
Slide 2 - Tekstslide
2. Doel van de schrijver
Deze film is een boekverfilming. Benoem de bedoeling van de schrijver van de dit boek. Wat wil de schrijver bereiken?
Slide 3 - Tekstslide
3. Keuzes van de hoofdpersonen
Jeanne, Isabelle en Bernard maken alledrie in de film een keuze die belangrijk is. Benoem van elk van hen die belangrijke keuze en beschrijf waarom ze deze keuze maken.
Slide 4 - Tekstslide
4. Tijd
4. Beschrijf hoe de tijd verloopt (zie blz. 110 in je boek).
Slide 5 - Tekstslide
5. Keuzes van de hoofdpersonen
5. Beschrijf hoe Jeanne en Isabelle benaderd of behandeld worden door mensen om hen heen. Doe dat voor elk van hen apart.
Slide 6 - Tekstslide
6. Belang van schoonheid
6. Een vraag die je naar aanleiding van deze film kunt hebben is: 'Hoe belangrijk is het hoe je eruit ziet?'
Leg uit of je begrip hebt voor Jeanne of niet en waarom.
Kun je je verplaatsen in de jaloezie, woede en de drang om te vernietigen die Jeanne heeft?
Slide 7 - Tekstslide
7. Ruimtes in de film
7. Ruimte is in een film of boek heel belangrijk. Beschrijf hoe het huis van Jeanne (slaapkamer, kelder, keuken, atelier) er uit ziet en geef aan welk effect dit op de film/sfeer heeft.
Slide 8 - Tekstslide
8. 'Ik haat u!'
8.Jeanne zegt op een bepaald moment tegen Isabelle: ‘Ik haat u!’. Ze haat Isabelle niet echt. Wat bedoelt Jeanne hier eigenlijk mee?
Slide 9 - Tekstslide
9. Citaat
9. Jeanne zegt: ‘Schoonheid is schijn. De natuur creëert schoonheid om haar vervolgens te vernietigen. Dat wil ik aantonen.’
Hoe gaat/wil Jeanne dit aantonen?
Slide 10 - Tekstslide
10. Loop weg!
10. Waarom loopt Isabelle niet weg als ze de kans krijgt?
Slide 11 - Tekstslide
11. Facebook, Instagram, snapchat
11. Het boek is geschreven in 1989, sociale media waren er toen nog niet.
Toch past ook heel goed in deze tijd met sociale media zoals Instagram, Facebook, Snapchat. Leg uit waarom dit zo is.
Slide 12 - Tekstslide
12. Filmpje
Kijk naar de eerste twee minuten van het filmpje op de volgende pagina.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
12. Plottwist en Stockholmsyndroom
a. Zoek op wat een plottwist is en leg uit wat de plottwist in deze film is.
b. Zoek op wat een stockholmsyndroom is en leg uit wat dit syndroom met deze film te maken heeft.
Slide 15 - Tekstslide
13. Marilyn Monroe
13. Isabelle vertelt dat ze twee keer gescheiden is. Als Jeanne dit in een kroeg vertelt, merkt een vrouw op dat dit het verhaal van Marilyn Monroe is. Zoek op wie Marilyn Monroe is en leg uit waarom de schrijver volgens jullie voor haar koos.
Slide 16 - Tekstslide
14. Je mening over de film
14. Wat vind je van de film? Geef je mening door verschillende soorten argumenten te gebruiken (geef ook aan wat voor argument je gebruikt). Je kunt ook beschrijven wat je van het einde van de film vindt.