Langage des jeunes

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Het speciale onderwerp van deze week...
 • Je kent een aantal veelvoorkomende woorden in Franse straattaal.
 • Je weet wat straattaal over het leven in Frankrijk zegt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je van Nederlandse straattaal?

Slide 3 - Open vraag

Maar eerst... schrijf zoveel mogelijk op!
Geef voorbeelden van Nederlandse straattaal (minimaal 5).

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen/overeenkomsten denk je dat Franse straattaal heeft met Nederlandse?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie verwacht je dat in Frankrijk straattaal wordt gesproken?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je van straattaal?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Hoe is straattaal ontstaan? Geheime communicatievorm in de ghetto's van Parijs. Constant nieuwe woorden, uiteindelijk belanden ook veel woorden in de rest van heel Frankrijk en bij alle leeftijden. Zelfs in het woordenboek! Leg hier de nadruk op, iedereen gebruikt het!!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Vorm 1 van Franse straattaal. Prachtig poëtisch proces. Wordt ook gebruikt in literatuur en gedichten.

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argot
  • une frangine - une sœur
  • une bagnole - une voiture
  • pioncer - dormir
  • bouffer - manger
  • bosser - travailler
  • une baraque - une maison
  • un toubib - un docteur 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zie je tussen Nederlandse en Franse straattaal?

Slide 24 - Open vraag

Ga hier erg in op dat straattaal voor elke cultuur wat anders betekent. In Frankrijk is het dus heel normaal! Woordenboek, alle leeftijden.
Waren je verwachtingen over Franse straattaal juist? Licht toe.

Slide 25 - Open vraag

Stereotypering dat alleen mensen van laag opleidingsniveau dit gebruiken. Leg hier de nadruk op!

Ga hier erg in op dat straattaal voor elke cultuur wat anders betekent. In Frankrijk is het dus heel normaal! Woordenboek, alle leeftijden.
Wat zou iemand uit Frankrijk vinden van onze straattaal?

Slide 26 - Open vraag

Vermoedelijk simpel, niet begrijpen hoe het niet zo een groot onderdeel van het leven/cultuur kan zijn. Persoon uit Frankrijk mist cultuur info. Weet niet hoe steden en ghetto's in Nederland zijn. Geen megacity, andere migratieachtergrond.

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaan deze verschillen?
Parijs is een MEGACITY (11 miljoen!).
Rijke cultuur en geschiedenis (kolonies).
Beleid van de regering. 'Angst' onder de politie.
Resultaat? Invloed op taal.

Slide 28 - Tekstslide

Andere megacities: Moscow, Londen, Istanbul.
Duel des mots
 Rood is argot            Blauw is normaal Frans
  • Combineer de juiste woorden met elkaar.
  • Wie de meeste goede antwoorden heeft wint!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

fric
meuf
je ne pige pas
céfran
vénère
tu fais chier
pote
gosse
c'est nickel
flic
taule
nana
bagnole
fringues
kiffer
argent
fille
aimer
enfant
ami
femme
vêtements
(geïrriteerd) énervé
voiture
(je valt lastig)
tu déranges
France
c'est parfait
je ne comprends pas
policier
prison

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cité
français
Merci
Musique
Femme
zicmus
céfran
meuf
téci
cimer

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verlan: Wat betekenen
Stromae, zarbi, tromé, féca?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Abréviations: Wat betekent: sympa, télé, d'ac
A
sympathiek, telefoon, oké
B
sympathiek, televisie, accent
C
sympathiek, televisie, oké

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat beteken: un ordi, un resto, un ciné
A
ordinair, restaurant, bioscoop
B
computer, restaurant, bioscoop
C
computer, restauratie, bioscoop

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SMS taal :Wat betekent b1, dm1?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le 'vrai' français...
Salut Marie,
Est-ce que tu vas bien? Moi, ça va :-). 
Aujourd'hui, je suis content parce que je ne travaille pas, c'est bien. Tu as fait quoi aujourd'hui?
Est-ce que tu veux aller au cinéma demain? Tu finis ton travail à quelle heure?
À plus, bisous, Pierre

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Whatsapp bericht
Stuur een whatsapp bericht aan je klasgenoot: 

  • vertel hoe het met je gaat en wat je gedaan hebt 
  • vraag of hij/zij morgen moet werken
  • vraag of jullie morgen kunnen afspreken
  • ...

http://www.dictionnaire-sms.com/abc.html voor meer SMS taal 



Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies