natuurlijke bevolkingsgroei + sociale bevolkingsgroei = totale bevolkingsgroei
Slide 7 - Tekstslide
HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners
Een dorp heeft 851 inwoners.
In een jaar overlijden 25 inwoners en worden 17 kinderen geboren.
Er verhuizen 15 mensen naar het dorp en er verhuizen 30 mensen uit het dorp naar een andere plaats.
Hoeveel mensen wonen er nog na een jaar?
Hoe groot is de sociale bevolkingsgroei?
En de natuurlijke bevolkingsgroei?
En de totale bevolkingsgroei?
Slide 8 - Tekstslide
HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners
Bewonerskenmerken gaan over de inwoners van een stad/dorp/wijk/buurt.
Slide 9 - Tekstslide
HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners
Bewonerskenmerken
1. Woningbezetting: gemiddeld aantal mensen per huis
2. Leeftijdsopbouw: samenstelling van de leeftijdsgroepen (bijvoorbeeld: veel kinderen, weinig ouderen)
3. Afkomst: migratieachtergrond
westerse of niet-westerse migratieachtergrond
Slide 10 - Tekstslide
HV1 AK - H7 §2 Inrichting en Bewoners
Bewonerskenmerken
Wat kun je zeggen over de...
...woningbezetting?
...leeftijdsopbouw?
...afkomst?
Slide 11 - Tekstslide
Met de sterfte en geboortes van een plaats bereken je de...
A
Bevolkingsgroei
B
Natuurlijke bevolkingsgroei
C
Sociale bevolkingsgroei
D
Geboortegolf
Slide 12 - Quizvraag
Sociale bevolkingsgroei bereken je met...
A
Leeftijdsopbouw
B
Inkomen en bevolkingsgroei
C
Natuurlijke bevolkingsgroei en afkomst
D
Verhuisgegevens
Slide 13 - Quizvraag
Land A heeft 100 miljoen inwoners. 2 miljoen kinderen worden geboren. 1 miljoen mensen overlijden. 1 miljoen mensen verhuizen naar een ander land. 2 miljoen mensen verhuizen vanuit een ander land naar land A. Hoe groot is de bevolkingsgroei van land A? Schrijf je berekening op!
Slide 14 - Open vraag
Noem drie bewonerskenmerken die je vandaag geleerd hebt.
Slide 15 - Open vraag
Noem een verschil tussen de afkomst van de inwoners van Amsterdam en de inwoners van Ede.
Slide 16 - Open vraag
Noem een verschil tussen de leeftijdsopbouw van Amsterdam en Ede.