Oefenvragen voor de toets Sociaal maatschappelijk domein

Wat staat er in artikel 1 van de grondwet?
A
De koning heeft stemrecht
B
Iedereen in Nederland heeft recht op een woning
C
Iedereen mag zijn/haar eigen geloof hebben
D
Iedereen in Nederland is gelijk
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat staat er in artikel 1 van de grondwet?
A
De koning heeft stemrecht
B
Iedereen in Nederland heeft recht op een woning
C
Iedereen mag zijn/haar eigen geloof hebben
D
Iedereen in Nederland is gelijk

Slide 1 - Quizvraag

Wat betekent de
'pluriforme samenleving'?
A
De mensen hebben hetzelfde geloof.
B
De mensen hebben een verschillend geloof.
C
De mensen komen uit verschillende buurten.
D
De mensen komen uit verschillende landen.

Slide 2 - Quizvraag

Je ziet 3 cultuurverschillen.
Wat is GEEN cultuur?
A
verschil in inkomen
B
verschil in taal
C
verschil in kledinggewoontes
D
verschil in eetgewoontes

Slide 3 - Quizvraag

Je ziet 3 subculturen.
Wat is geen subcultuur?
A
Amsterdammer
B
Ajaxiet
C
Nederlander
D
Gamer

Slide 4 - Quizvraag

Nederland is een multicultureel land.
Welke gebeurtenis heeft niet met multicultureel te maken?
A
Suriname was een kolonie van Nederland.
B
Er worden veel kinderen geboren in Nederland.
C
Er kwamen arbeiders uit Marokko naar Nederland.
D
Binnen Europa mag je werken waar je wilt.

Slide 5 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Een multicultureel team werkt vaak creatiever.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Je ziet 3 voordelen van cultuurverschillen.
Wat is geen voordeel?
A
Je leert veel over verschillende mensen
B
Als er veel verschillende mensen zijn, heb je de vrijheid om jezelf te zijn
C
Mensen begrijpen elkaar soms niet.
D
Verschillende mensen bij elkaar komen op meer ideeën.

Slide 7 - Quizvraag

Je ziet 3 nadelen van cultuurverschillen?
Wat is geen nadeel?
A
Mensen kunnen elkaar niet verstaan.
B
Mensen maken conflicten of ruzie.
C
Je leert veel van andere mensen.
D
Mensen gaan anderen discrimineren of buitensluiten.

Slide 8 - Quizvraag

Je ziet 3 voorbeelden als cultuur invloed heeft op je gedrag. Wat is hier geen voorbeeld van?
A
In Marokko eet je Marokkaans eten.
B
In Nederland regent het vaak.
C
In Griekenland dansen ze de sirtaki.
D
In de VS dragen veel mensen een cap.

Slide 9 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Veel mensen vinden een wij-gevoel prettig. Dan horen ze ergens bij.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent 'wij-zij denken'?
A
groepen komen tegenover elkaar te staan
B
groepen gaan samenwerken

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent 'het vooroordeel'?
A
Dat is je eigen mening over iemand die je goed kent.
B
Dat is je mening over iemand die je niet goed kent.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van discriminatie?
A
Iemand vindt een ander er onbetrouwbaar uitzien.
B
Een persoon mag niet het restaurant in vanwege zijn uiterlijk.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een vooroordeel?
A
Je vindt dat blonde mensen dom zijn.
B
Je neemt geen mensen aan in je bedrijf die blond zijn.

Slide 14 - Quizvraag

Wat kun je het beste doen als je gediscrimineerd wordt?
A
ruzie maken
B
schelden
C
aangifte doen of een melding maken
D
negeren

Slide 15 - Quizvraag

Waarvan is 'gezond eten' een voorbeeld?
A
een waarde
B
een norm
C
een vooroordeel
D
een wij-gevoel

Slide 16 - Quizvraag

Welke waarde hoort bij 'gezond eten'?
A
gezondheid
B
respect
C
liefde
D
geloof

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent 'rechtvaardigheid'?
A
Je vindt dat iedereen eerlijk behandeld moet worden.
B
Je vindt dat iedereen hetzelfde salaris moet verdienen.

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent 'solidariteit'?
A
Ieder mens moet hulp krijgen als dit nodig is.
B
Je geeft je eigen vrienden hulp als dit nodig is.

Slide 19 - Quizvraag

Wat betekent 'het dilemma'?
A
de moeilijke keuze
B
de keuzevrijheid

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn voorbeelden van nieuws medium bronnen?
A
Nieuwswebsites
B
Kranten
C
Reclameborden
D
Social media

Slide 21 - Quizvraag

Wat kan een nadeel zijn van het volgen van het nieuws op sociale media?
A
Je leert meer kritisch te denken.
B
Je ziet meerdere perspectieven.
C
Het kan leiden tot verspreiding van misinformatie.
D
Er is geen nadeel.

Slide 22 - Quizvraag