Ik weet:* hoe ik de omtrek, oppervlakte en inhoud van een voorwerp kan berekenen.
* hoe ik de notatie op de juiste manier en op de juiste plek zet.
Ik kan:
* de omtrek, oppervlakte en inhoud van een vierkant/ rechthoek en een kubus/ balk berekenen.
Verdieping: Ik kan kubieke meters omzetten naar liters.