Herhaling H10

Herhaling H10
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

Herhaling H10

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Oefenen met LessonUp
Volgende les een toets

Tijd voor vragen en test jezelf

Slide 2 - Tekstslide

eierstok
baarmoeder
eileider
vagina

Slide 3 - Sleepvraag


Bekijk de afbeelding hiernaast. 
Met welke letter wordt de groeischijf aangegeven? 
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 4 - Quizvraag

Zet de levensfases in de juiste volgorde
A
de bejaarde, de peuter, de volwassene, de baby
B
de peuter, de baby, de volwassene, de bejaarde
C
de baby, de volwassene, de peuter, de bejaarde
D
de baby, de peuter, de volwassene, de bejaarde

Slide 5 - Quizvraag

Hormonen ______________van alles met je lichaam. 
een ander woord voor hormonen is ____________
Hormonen worden gemaakt in _______________
Via het _____________ komen de hormonen bij alle organen. 
doen
regelstoffen
hormoonklieren
bloed

Slide 6 - Sleepvraag

Baarmoeder
Eileider
Eierstok
Urineblaas
Urinebuis
Vagina

Slide 7 - Sleepvraag

Je kan een SOAkrijgen door een vieze toiletbril.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Normen en waarden ... Waarden en normen
Dit vind je belangrijk.
Regel voor gedrag.
Waarde
Norm

Slide 9 - Sleepvraag

Als je een condoom omdoet, knijp je het bovenste stukje van het condoom dicht.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Bacteriële soa's
Virale soa's
Chlamydia
Gonorroe
Herpes
Syfilis
HIV
Hepatitis
HPV

Slide 11 - Sleepvraag

2 condooms over elkaar is veiliger dan 1 condoom
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Chlamydia is een SOA. Deze SOA komt ..... voor in Nederland
A
Veel
B
Weinig
C
Niet

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een SOA?
A
Seksuele Ongewenste Aandoening
B
Seksueel Overdraagbare Aandoening
C
Het betekent niets
D
Het is Latijn voor ziekte

Slide 14 - Quizvraag

Beschermt wel tegen soa's
Beschermt niet tegen soa's

Pil
Condoom
Spiraal

Slide 15 - Sleepvraag

Primaire geslachtskenmerken
ontstaan in de puberteit?
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag


Dat je soms onzeker bent over hoe je je voelt en hoe je denkt, komt door ....
A
sociale veranderingen
B
geestelijke veranderingen
C
lichamelijke veranderingen
D
geen enkele verandering

Slide 17 - Quizvraag

Waarin liggen de eicellen?
A
Eierstokken
B
Baarmoeder
C
Eilleider
D
Vagina

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een hypofyse ?
A
Een geslachtsorgaan
B
Een spier
C
Een hormoonklier

Slide 19 - Quizvraag

Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw

Slide 20 - Quizvraag

aanmaken van zaadcellen
gevoelig voor prikkels
kunnen zich vullen met bloed
tijdelijk opslaan van zaadcellen
vervoeren zaadcellen
voegen vocht toe aan de zaadcellen (twee organen)
Elk orgaan van het mannelijk voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.

Kies bij elke taak het juiste orgaan.
prostaat
bijbal
eikel
zaadblaasje
teelbal
zwellichaam
zaadleider

Slide 21 - Sleepvraag

Wat moet er bij het vraagteken staan?
A
Bijbal
B
Prostaat
C
Zaadleider
D
Zaadblaasje

Slide 22 - Quizvraag

Zet de levensfases in de juiste volgorde.
Baby
peuter
Kleuter
Schoolkind
Puber
adolescent
volwassen
bejaard

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is een groeischijf?
A
Een gewricht waardoor je ledematen kunnen scharnieren
B
Een laagje kraakbeen dat snel afbreekt, volzuigt met bloed en dan uitzet
C
Een fase in je leven waarin extra veel groeihormoon wordt aangemaakt waardoor je sneller groeit
D
Platte lagen kraakbeen met kraakbeencellen die snel delen en groeien.

Slide 24 - Quizvraag

Condoom
A
Betrouwbaar
B
Onbetrouwbaar

Slide 25 - Quizvraag

penis
bijbal
zaadbal
balzak
eikel

Slide 26 - Sleepvraag

Maken 
Test jezelf Hoofdstuk 10

Slide 27 - Tekstslide