Burgerschap democratie

Burgerschap 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap 

Slide 1 - Tekstslide

Mo
Hoe laat ik mijn stem horen? 
DOEL VAN DE LES/paragraaf: 
Je kunt uitleggen wat een democratie is.
Je kent de betekenis van het stemrecht in Nederland.
Je kent enkele manieren om als student invloed te hebben op besluiten van anderen.

KLAAR?  
Overleg met de docent

EVALUATIE
Wat ging goed, wat kan beter, tip voor klasgenoot/docent



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Hoe laat ik mijn stem horen? (blz. 140 e.v.)

Lees de tekst.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is Venezuela volgens jou een democratisch land?
ja / nee / een beetje, want

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

3 Wat is de belangrijkste eigenschap van een democratie?
A
Burgers mogen de leiders kiezen.
B
Het land heeft een sterke leider.
C
Misdadigers krijgen lage straffen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke van deze onderwerpen vind je het belangrijkst?
Ik vind het ..........onderwerp
het belangrijkst, omdat

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel je voor dat jij de macht zou hebben in Nederland. Wat zou jij dan aan jouw onderwerp als eerste
willen veranderen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de video
Jongeren en verkiezingen 5:02 minuten
5.1 Hoe laat ik mijn stem horen?
Een filmpje over (het gebrek aan) interesse van jongeren om te gaan stemmen.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Thijs heeft stemmen gekregen van kiezers. Daarom mag hij beslissingen nemen over
hoe het land bestuurd moet worden.
Thijs heeft invloed, omdat:

A
hij een goed mens is.
B
hij stemt tijdens verkiezingen.
C
hij volksvertegenwoordiger is

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aliah stemt bij verkiezingen op Thijs. Ze vindt dat Thijs goede ideeën heeft over hoe het land bestuurd moet worden. Daarom vindt ze het goed dat Thijs namens haar stemt.
Aliah heeft invloed, omdat:
A
ze goede ideeën heeft.
B
ze haar mening geeft.
C
ze haar stemrecht gebruikt.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Felix vindt dat er betere opvang moet komen voor daklozen. Hij geeft zijn mening op sociale media. Meer mensen zijn het met hem eens. Thijs leest alle meningen op sociale media. Hij doet een voorstel aan andere volksvertegenwoordigers. Ze stemmen over het voorstel. Er komt een betere opvang.
Felix heeft invloed, omdat:
A
hij het met anderen eens is.
B
hij volksvertegenwoordiger is.
C
hij zijn mening geeft.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat zou jij graag op jouw school willen verbeteren?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees de tekst

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je mag iemand meenemen in het stemhokje
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In België kun je een boete krijgen als je niet gaat stemmen.













A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlanders betalen de hoogste belastingen ter wereld.













A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou ik stemmen?

Lees de tekst.
Drie redenen waarom jongeren niet gaan stemmen
De Kiesmannen: 'Er zijn drie redenen waarom jongeren niet gaan stemmen.
Ten eerste, verkiezingen hebben niets met hun te maken. Ten tweede denken jongeren dat hun stem geen verschil maakt en ten slotte denken jongeren: ik begrijp er gewoon geen @#$% van.'

Uit: utrechtcentrumoost.hu.nl

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke redenen om niet te stemmen herken je als je mag gaan stemmen? Je mag meerdere antwoorden kiezen.

A Verkiezingen hebben niets met mijn leven te maken.
B Mijn stem maakt geen verschil.
C Ik weet niet op wie ik moet stemmen.
D Ik begrijp eigenlijk niet precies wat de politieke partijen willen.
E Ik stem bewust niet, omdat ik tegen alle partijen ben.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ga jij als je mag gaan stemmen, ga je dan stemmen?

zeker niet / waarschijnlijk niet / misschien / waarschijnlijk wel / zeker wel

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jongeren moeten meer interesse krijgen in de politiek. Daarom moet het mogelijk worden om al vanaf 16 jaar te kunnen stemmen.
A
Eens
B
niet eens

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat jongeren meer zouden gaan stemmen?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies