Adverbs(bijwoord) & Adjectives(bijvoeglijke naamwoord)
Adverb = zeggen iets over een werkwoord, ander bijwoord of bijvoeglijk naamwoord
"drove carefully" "incredibly quickly" "surprisingly easy"
Adjectives= zeggen iets over een zelfstandig naamwoord
"The careful driver" "The angry teacher" "A beautiful dress"