Grammatica - Grammatica in talen

Lezen
timer
10:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

           Welkom
Ochtend


Mijn tuin slaapt.

Ik zie zijn adem:
mist tegen het raam.

Mijn tuin droomt
van geel en blauw.

En wat hij droomt,
dat zal bestaan.

Als de zon is opgegaan.
                                                                             (Sjoerd Kuyper)





Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • De doelen voor deze week bespreken
  • Uitleg  Grammatica in talen/ ontleden
  • Aan de slag!
  • Afsluiten van de les


Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je deze week leren?
  • Ik weet wat grammatica is, wat de functie hiervan is en hoe talen in hun grammatica kunnen verschillen.

  • Ik kan officiële en onofficiële grammaticaregels herkennen.

  • Ik weet wat de kenmerken en functie van zn, lw en bn zijn in een zin.

  • Ik kan in een zin bepalen wat zn, lw en bn zijn.

  • Ik kan bijzonderheden met zn, lw en bn in een gegeven zin aanwijzen en uitleggen.

  • Ik kan zelf nieuwe voorbeelden bedenken van zinnen die bijzonderheden hebben met zn, lw en bn.

  • Ik weet hoe je werkwoordsvormen en soorten werkwoorden herkent in een zin.




Slide 4 - Tekstslide

Grammatica in talen
Regels

  • afspraken over hoe je de taal gebruikt

Hij geeft haar een boek.
Niet: Hij geeft een boek haar.



Slide 5 - Tekstslide

Grammatica
  • Officiële grammatica:
vastgelegde regels
vooral schrijftaal

  • Taalgevoel:
    je hebt de belangrijkste regels in je hoofd en automatisch geleerd toen je taal ging gebruiken



Slide 6 - Tekstslide

Wat is volgens jou het nut van grammatica?

Slide 7 - Open vraag

Waar denk je aan bij het woord ontleden?

Slide 8 - Open vraag

Taal- en redekundig ontleden
  • ontleden
 

  • Taalkundig ontleden
 = soort woord (woordsoorten)
De man loopt.
De / man / loopt.
lidwoord / zelfstandig naamwoord / werkwoord


Slide 9 - Tekstslide

Taal- en redekundig ontleden
  • Redekundig ontleden = de functie van zinsdelen benoemen
De scorende spits omhelst zijn teamgenoten.
omhelst = persoonsvorm
de scorende spits = onderwerp, degene die iets doet
zijn teamgenoten =  lijdend voorwerp, degene die iets overkomt



Slide 10 - Tekstslide

taalkundig ontleden

Slide 11 - Woordweb

Welke onderdelen horen bij taalkundig en welke bij redekundig ontleden?

taalkundig ontleden

redekundig ontleden
persoonsvorm en deel van het gezegde
zelfstandig naamwoord
lidwoord
bijwoordelijke bepaling
bijvoeglijk naamwoord
onderwerp
werkwoord
gezegde, samen met de persoonsvorm
voorzetsel

Slide 12 - Sleepvraag

Aan de slag!

Bestuderen: HB blz. 142-143
Maken: OB blz. 84 -85 opdracht 9 tot en met 13

Slide 13 - Tekstslide

Tot morgen!

Slide 14 - Tekstslide