VTH Stomazorg

Stomazorg
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Stomazorg

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Soorten stoma's
  • Complicaties
  • Materialen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten stoma's ken jij?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Stoma
  • Kunstmatige uitgang van de buikwand
  • Voor verwijderen van ontlasting en urine
  • Uiterlijk is rood en vochtig
  • Geen zenuwuiteinden (geen gevoel)
  • Bevat veel kleine bloedvaatjes
  • Tijdelijk of permanent.
  • Stoma is grieks voor uitmonding/mond
  • Stomata = meervoud

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

risico van stoma opheffen is naadlekkage 

Slide 7 - Tekstslide

Continent urinestoma
De ‘continent urinestoma’ is een stoma waarbij mensen geen opvangmateriaal
nodig hebben. De meest gebruikte techniek is de Indianapouch (voor het eerst
in 1987 toegepast in de Amerikaanse staat Indiana). De urine wordt in het
lichaam in een reservoir opgevangen. Bij de continent urinestoma wordt voor
het inwendige reservoir de laatste 10 tot 15 centimeter van de dunne darm en
het eerste (circa 15 centimeter) deel van de dikke darm gebruikt. Op de overgang van de dunne darm naar de dikke darm bevindt zich al van nature een
klep (Klep van Bauhini) die het terugstromen van de ontlasting in de dunne
darm moet voorkomen. Die natuurlijke klep speelt een belangrijke rol om
lekkage vanuit het urinereservoir te voorkomen. De uitgang van de continent
urinestoma wordt meestal in de navel of als vlak stoma in de onderbuik gehecht en is daardoor nauwelijks zichtbaar.
13.
Het is niet nodig stomazakjes te dragen. Het reservoir wordt op bepaalde
tijden geleegd (gekatheteriseerd). De vlakke stoma wordt afgedekt met een
pleister, gaasje of klein opvangzakje.
Voordeel is dat door de aanleg van deze stoma (bij de navel) gemakkelijker
zwemkleding kan worden gedragen. Daarnaast zijn er ook psychologische
voordelen, omdat de stoma vanwege het ontbreken van opvangmateriaal niet
erg zichtbaar is. Nadeel is dat de operatie lang duurt en er een grotere kans is
op complicaties. Soms is een tweede of derde ingreep nodig.
Wel of geen continent urinestoma?
Niet iedereen komt in aanmerking voor een continent urinestoma. Er moet nog
een groot deel van de dunne darm aanwezig zijn. Mensen die al vanaf hun jeugd
een Brickerstoma hebben of op latere leeftijd incontinent zijn geworden, komen
wel in aanmerking. Daarnaast wordt nog gekeken naar andere persoonlijke
kenmerken, zoals een goede handfunctie en de mogelijkheid om 5 tot 6 keer per
dag te katheteriseren (ook ’s
nachts indien
dat nodig blijkt
te zijn).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Goedaardige" redenen (benigne)
Crohn
Colitis ulcerosa
Endometriose
Incontinentie
Trauma
Decubitus
Chronische blaasinfecties

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kwaadaardige redenen (maligne)

  • Darmkanker
  • Blaas carcinomen
  • Gynaecologische tumoren

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelloops stoma



  • Eindstandig stoma
  • De enige "uitgang"
  • Overige darm kan blijven zitten of operatief worden weggehaald

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dubbelloops
  • 2 stoma "uitgangen" naast elkaar
  • Vaak na operatie om darm rust te geven
  • Mogelijkheid tot spoelen van de darm

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ileostoma
Stoma van de dunne darm
(water)dunne ontlasting


EERST zakje legen voor verzorging
Verzorging het beste in de ochtend voor het ontbijt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Colostoma
Stoma van de dikke darm
Brijig tot vaste ontlasting

Zakje wisselen zonder legen
Verzorgingsmoment kan wisselen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urostoma
Stoma voor urine

Zakje EERST legen voor wissel


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eendelig systeem

  • Vlak
  • Flexibel
  • Open of gesloten
Tweedelig systeem

  • Losse huidplak - blijft tot 3 dagen zitten
  • Plak of kliksysteem
  • Open of gesloten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materiaal keuze
  • eendelig systeem
  • 2 delig systeem 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
Welke complicaties van stomazorg herken je en hoe heten ze? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekst

hernia
Prolaps
necrose stoma
verzonken stoma
mooi stoma
stoma huidplooi

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
  • Parastomale hernia (stomabreuk)
  • Bloeding
  • Kleurverandering of necrose
  • Hypergranulatie
  • Wratjes/zweertjes
  • Huidproblemen
  • Prolaps
  • Vernauwing van het stoma
  • Fistel

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een colostoma?
A
stoma van urine
B
stoma van dunne darm
C
stoma van de dikke darm
D
stoma van de anus

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is vaak dunne ontlasting bij een .....stoma
A
colon
B
ileo

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we rondom deze stoma?
A
Rode huid
B
Dehiscentie
C
Stripeffect
D
Drukulcus

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rode huid

Hoe ontstaat het ? Vaak is de oorzaak een te groot geknipte opening in de huidplaat, waardoor de huid in contact komt met ontlasting. Vooral de eerste 6 tot 10 weken slinkt de stoma nog en moet je deze regelmatig opnieuw opmeten om de stomaopening hierop aan te passen.
Een andere oorzaak kan zijn dat er ontlasting onder de huidplaat komt. Dit komt vooral voor bij stoma’s met dunnere ontlasting, veelal ileostoma’s, en bij stoma’s die in een huidplooi vallen, zie Stoma in huidplooi, kuil of litteken. Lekkende ontlasting kan eveneens zorgen voor verweking van de huidplaat aan de achterkant, ook dit kan voor roodheid of kapotte huid zorgen.
Oplossing? Bekijk na het verwijderen altijd de achterkant van de huidplaat, dit geeft je informatie over de mogelijke oorzaak van de problemen (bijvoorbeeld ontlasting onder huidplaat, verweking van de huidplaat).
Bij een te grote stomaopening meet je uiteraard de stoma opnieuw en pas je de opening van de plak aan. Knip ook niet te krap uit. De marge is één millimeter ruimer bij een ileostoma en één tot twee millimeter bij een colostoma.
Is de huidplaat snel verweekt, dan kan het helpen om het materiaal tweemaal in plaats van eenmaal daags te verwisselen. Bij geen verbetering kun je gebruik maken van een pastaring, die je op maat kneedt.
Is de huid alleen rood, maar nog wel intact, dan is aanpassen van het materiaal meestal voldoende. Bij kapotte huid kun je Orahesive (hydrocolloïd) poeder gebruiken. Maar belangrijk blijft dat je de oorzaak achterhaalt.





Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke complicatie zie je bij deze stoma?

A
Stoma in huidplooi
B
Dehiscentie
C
Stripeffect
D
Drukulcus

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stripeffect
Wat is het probleem? 
Kapotte huid door onzorgvuldig verwijderen van de huidplaat.
Hoe ontstaat het?
Stomamateriaal moet je voorzichtig pellend verwijderen, anders kun je de huid beschadigen. Meestal gebeurt dat aan de onderkant van de buitenrand van de huidplaat.
Oplossing 
Verwijder het stomamateriaal pellend naar beneden, waarbij je de huid goed ondersteunt. Let vooral op het laatste stukje.
Extra informatie Als je het materiaal op de juiste manier verwijdert, zal de kapotte huid zich snel herstellen. Poeders en crèmes zijn niet nodig.


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zien we aan deze stoma?
A
Dehiscentie
B
Niets bijzonders
C
Rode huid
D
Pancaking

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Helemaal niets
Dit is een prachtig aangelegde en gezonde stoma

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurd er bij deze stoma?
A
Dehiscentie
B
Rode huid
C
Pancaking
D
Drukulcus

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dehiscentie
Wat is het probleem? 
Het stomaweefsel laat los van de omliggende huid. Een dehiscentie kan oppervlakkig zijn, maar ook dieper.


Hoe ontstaat het?
 Er kan spanning op de aanhechting van de stoma komen als de stoma te strak is ingehecht of vanwege een opgezette buik na de operatie. Vaak betreft het spoedchirurgie.

Oplossing? 
De ervaring leert dat het bij een oppervlakkige dehiscentie volstaat om het wondje naast de stoma dagelijks uit te douchen en het stomamateriaal zo uit te knippen dat de dehiscentie vrij blijft. Dat er ontlasting in het wondje komt, belemmert de wondgenezing niet. Gebruik eendelig stomamateriaal in verband met het dagelijks uitdouchen. Dergelijke wondjes genezen meestal snel. Zo niet, dan kun je het wondje opvullen. Bij een diepere wond of geel beslag met een stukje alginaat, bij een oppervlakkige, schone wond met Orahesive-poeder. Als je het wondje opvult, dan moet het stomamateriaal juist wél het wondje bedekken.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke complicatie zien we bij deze stoma?
A
Drukulcus
B
Stoma in huidplooi
C
Dehiscentie
D
Geen complicatie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stoma in huidplooi/kuil/litteken
Wat is het probleem? 
De stoma ligt in een huidplooi. Het kan voor de stomadrager moeilijk zijn om te zien wat hij doet tijdens het verwisselen, en tot andere problemen leiden zoals lekkage.

Hoe ontstaat het? 
Vaak is een spoedoperatie de oorzaak, waardoor de plaats van de stoma van te voren niet (zorgvuldig) bepaald kan worden. De stoma komt dan bijvoorbeeld in een lichaamsplooi terecht. Daarnaast is de buik vaak erg opgezet bij een spoedoperatie, en kan de chirurg moeilijk bepalen hoe ver de stoma uit moet steken. Als de stoma te ver uitsteekt, is dat cosmetisch minder fraai, en als de stoma op huidniveau of zelfs daaronder is ingehecht, is er te weinig zicht op de stoma.
Oplossing?
Trek bij het opplakken van het stomamateriaal goed de huid strak, zodat de stoma zoveel mogelijk rond wordt. Soms helpt het om het stomamateriaal standaard twee keer per dag te vervangen. Zo ben je de lekkage vaak voor. Is dit niet afdoende, overleg dan met de stomaverpleegkundige over ander stomamateriaal. Convex materiaal kan uitkomst bieden.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke complicatie zien we hier?
A
Pancaking
B
Dehiscentie
C
Stoma in huidplooi
D
Drukulcus

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drukulcus naast de stoma
Wat is het probleem 
Naast de stoma zijn drukulcera ontstaan.

Hoe ontstaat het 
Meestal ontstaat een drukulcus door convex materiaal, dat meer op de huid drukt. Vaak speelt mee dat de stomadrager een forse buik heeft, waardoor de stoma op huidniveau ligt en convexmateriaal noodzakelijk is. Peristomale drukulcera ontstaan ook sneller bij kwetsbare stomadragers, bijvoorbeeld bij patiënten met een gevoeligere huid vanwege chemotherapie.
Oplossing 
Om het ulcus te laten genezen is het noodzakelijk dat je de druk eraf haalt. Ander stomamateriaal kan een oplossing bieden, maar waarschijnlijk zal een vlakke huidplaat niet werken. Probeer dan convex materiaal van een ander merk, het liefst een soepele, zachte convex. Tegenwoordig is er ook omgekeerd stomamateriaal met een convex, speciaal gemaakt voor de wat bollere buik of voor een parastomale hernia. Om dit materiaal te kunnen gebruiken moet de stoma wel iets boven huidniveau liggen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we deze complicatie?
A
Er is geen complicatie
B
Pancaking
C
Drukulcus
D
Rode huid

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pancaking
Wat is het probleem 
De ontlasting zakt niet naar beneden in het stomazakje, maar blijft rond de stoma hangen. De ontlasting drukt dan de huidplaat van de huid, met lekkage als gevolg.

Hoe ontstaat het Pancaking komt vaker voor bij mensen met een colostoma. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de consistentie van de ontlasting, die is dan te dik of te plakkerig. Vaak zie je dat het stomazakje vacuüm is getrokken. Bij stoma’s die meer uitsteken boven huidniveau komt pancaking minder vaak voor.
Oplossing Adviseer de stomadrager om vezelrijk te eten, dit zorgt voor een goede darmwerking. Per dag heeft ieder mens ongeveer dertig tot veertig gram vezels nodig. Daarbij is de vochtintake ook belangrijk, minimaal anderhalve liter vocht per dag. De arts kan ook een laxantium voorschrijven (bijvoorbeeld psylliumzaad (Metamucil®)). Ook hierbij is de vochtintake belangrijk.
Je kunt voorkomen dat het stomazakje vacuüm trekt door het filter van het stomamateriaal (gedeeltelijk) af te plakken met de stickers die je vindt in de doos van het stomamateriaal. Hierdoor komen er meer gassen in het zakje en zal dit zich gaan ontvouwen. Eventueel kun je wat glijmiddel (te bestellen bij de fabrikant) of een gaasje onderin het zakje doen.
Soms helpt het om convex materiaal te gaan gebruiken. Het kommetje zorgt er dan voor dat de stoma beter uitmondt in het zakje, waardoor de ontlasting beter zakt.



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets 18 maart
Zie studiewijzer

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Demonstratie verzorging Stoma
Oefenen handelingen uit skills boekje

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies