Les 1: alfabetishe volgorde

Les 1: alfabetishe volgorde
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 1: alfabetishe volgorde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Waarom is het belangrijk dat je het alfabet kent? 

Wat is een alfabetische volgorde?

Waar gebruiken we de alfabetische volgorde voor?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Uit hoeveel letters bestaat het alfabet?

Slide 7 - Open vraag

a b c d e ....
A
G
B
H
C
F
D
J

Slide 8 - Quizvraag

g h i j ...
A
k
B
n
C
p
D
m

Slide 9 - Quizvraag

Zet de woorden op alfabetische volgorde.
appel
dak
pan
geld

Slide 10 - Sleepvraag

Wat als de woorden met dezelfde letter beginnen?


kroon - kwast - kaas 

Slide 11 - Tekstslide

Wat als de woorden met dezelfde letter beginnen?
Je kijkt altijd naar de TWEEDE letter

kroon - kwast - kaas 

Slide 12 - Tekstslide

Zet de woorden op alfabetische volgorde.
appel
ananas
abrikoos
aardbei

Slide 13 - Sleepvraag

Zet in alfabetische volgorde:
bal, aap, cent

Slide 14 - Open vraag

Zet in alfabetische volgorde:
gang, haar, fiets

Slide 15 - Open vraag

Zet in alfabetische volgorde:
lip, kin, jas

Slide 16 - Open vraag

Zet in alfbetische volgorde:
stoel, raam, tas

Slide 17 - Open vraag

Wat zijn na K de drie volgende letters in het alfabet?
A
H- I -J
B
L-M-O
C
P-Q-S
D
L-M-N

Slide 18 - Quizvraag

Welke volgorde staat in alfabetische volgorde?
A
VUW
B
UVW
C
UWV
D
WUV

Slide 19 - Quizvraag

Zet de etenswaren op alfabetische volgorde.

Slide 20 - Sleepvraag

Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?
A
tijdschrift, boek, krant
B
boek, krant ,tijdschrift
C
boek, tijdschrift, krant
D
krant, boek, tijdschrift

Slide 21 - Quizvraag

Zet de volgende woorden in alfabetische volgorde
boeren
baby
echo
kwik
eb
legende

Slide 22 - Sleepvraag

Waar staan de woorden
in alfabetische volgorde?
A
konijn - kanarie - koek
B
kanarie - koek - konijn
C
kanarie - konijn - koek
D
koek - konijn - kanarie

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag 

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting

Opdracht:
Ga op volgorde staan  van voornaam


Slide 25 - Tekstslide