NM 5.4 Bronnen Leven in natuurlandschappen

Bronnen: Leven in natuurlandschappen
Les 1

Welke soorten landbouw zijn er in Europa?
Les 2

Waar wonen de meeste Europeanen?
Volgende week

Les 1 
Voorbereiding PW 


Les 2
PW H5
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bronnen: Leven in natuurlandschappen
Les 1

Welke soorten landbouw zijn er in Europa?
Les 2

Waar wonen de meeste Europeanen?
Volgende week

Les 1 
Voorbereiding PW 


Les 2
PW H5

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
- Je kunt beschrijven waar de meeste mensen in Europa wonen en waarom

- Je kunt 4 soorten landbouw beschrijven 

- Je kunt uitleggen waar deze landbouw soorten voorkomen en waarom daar


- Je kunt uitleggen waarom het in sommige gebieden nodig is om te irrigeren. 
Weten 

Slide 2 - Tekstslide

Bron bestuderen
- Welke gegevens geeft de bron jou?

- Titel?

- Wat staat er allemaal in de Legenda 

Slide 3 - Tekstslide

Landbouw
Het produceren van voedsel en andere producten. 

Door gewassen te verbouwen of dieren te houden. 

Slide 4 - Tekstslide

Landbouw bij een zeeklimaat
Vooral Akkerbouw. 

 
Gewassen zoals tarwe, rogge, aardappelen en maïs worden op grote akkers  verbouwd
Duitsland
Frankrijk

Slide 5 - Tekstslide

Landbouw bij een middellands zeeklimaat
Vooral Tuinbouw. 
olijfbomen, wijnverbouw

 
Vorm van landbouw waarbij bijv:
- fruit wordt geteeld,

- bloemen worden gekweekt

-tomaten broccoli worden verbouwd. 

Slide 6 - Tekstslide

Landbouw in Scandinavië
Bosbouw
Bomen worden gekweekt voor de productie van hout
Noorwegen, Zweden, Finland

Slide 7 - Tekstslide

Landbouw in hooggebergten
Veeteelt
Akkerbouw en tuinbouw alleen in het dal mogelijk
Dieren worden gehouden voor vlees, melk of wol. 

Slide 8 - Tekstslide

Irrigatie
Sommige maanden regent het minder dan andere. 

Boeren moeten dan zelf water ophun land brengen om de gewassen te laten groeien. 

D

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag

Maken opdracht: 
1 en 2.


Klassikaal bespreken: opdracht 1. 



Teken zorgvuldig. 

Kleurpotloden en stiften achteraf weer netjes in de mand. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide